Een aangepaste sneltoets maken voor Office voor Mac

1. Klik in het menu Extra op Toetsenbord aanpassen.

2. Klik in de lijst Categorieën op een menunaam.

3. Klik in de lijst naast Categorieën op de taak waaraan u een sneltoets wilt toewijzen.

   Sneltoetsen die momenteel zijn toegewezen aan de geselecteerde taak, worden weergegeven in het vak Gebruikte toetsen.

   Tip: Als u een andere sneltoets wilt gebruiken, voegt u de andere sneltoets aan de lijst toe en gebruikt u voortaan die toets.

4. Typ in het vak Druk op nieuwe sneltoets een toetsencombinatie die ten minste één wijzigingstoets bevat ( , Control, Option, Shift) en een extra toets, zoals + F11.

   Als u een sneltoets typt die al is toegewezen, wordt de actie die aan de toetsencombinatie is toegewezen, weergegeven naast Momenteel toegewezen aan.

5. Klik op Toevoegen.

   Opmerking: Beschrijvingen van sneltoetsen gelden voor de Amerikaanse toetsenbordindeling. Bij andere toetsenbordindelingen komen de toetsen mogelijk niet precies overeen met de toetsen op een Amerikaans toetsenbord. Sneltoetsen voor laptopcomputers kunnen mogelijk ook verschillen.

U kunt sneltoetsen die u zelf hebt toegevoegd, wel verwijderen, maar u kunt de standaardsneltoetsen voor Excel niet verwijderen.

1. Klik in het menu Extra op Toetsenbord aanpassen.

2. Klik in de lijst Categorieën op een menunaam.

3. Klik in de lijst naast Categorieën op de taak waarvoor u een sneltoets wilt verwijderen.

4. Klik in het vak Gebruikte toetsen op de sneltoets die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.

1. Klik in het menu Extra op Toetsenbord aanpassen.

2. Als u de sneltoetsen wilt terugzetten op de oorspronkelijke instellingen, klikt u op Beginwaarden.

Als u een sneltoets wilt gebruiken die een conflict veroorzaakt met een standaardsneltoets van Mac OS X, moet u eerst de bestaande sneltoets van Mac OS X uitschakelen.

1. Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren.

2. Klik onder Hardware op Toetsenbord en klik vervolgens op de tab Sneltoetsen.

3. Schakel het selectievakje uit voor de sneltoets die u wilt uitschakelen.

1. Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren.

2. Klik onder Hardwareop toetsenbord .

3. Klik op het tabblad sneltoetsen op toepassings sneltoetsen en klik vervolgens op toevoegen .

4. Klik in het snelmenu Toepassing op Andere, klik op Microsoft Office 2011 en klik vervolgens op Microsoft PowerPoint.

5. Typ in het vak Menutitel de naam van de opdracht die u wilt toevoegen.

   Als u bijvoorbeeld een sneltoets wilt maken voor de opdracht Alinea in het menu Opmaak, typt u Alinea... in het vak.

6. Typ in het vak Sneltoets een toetsencombinatie die ten minste één wijzigingstoets bevat ( , Control, Option, Shift) en een extra toets, zoals + Option + F11, en klik vervolgens op toevoegen.

   Opmerking: Beschrijvingen van sneltoetsen gelden voor de Amerikaanse toetsenbordindeling. Bij andere toetsenbordindelingen komen de toetsen mogelijk niet precies overeen met de toetsen op een Amerikaans toetsenbord. Sneltoetsen voor laptopcomputers kunnen mogelijk ook verschillen.

U kunt sneltoetsen die u zelf hebt toegevoegd, wel verwijderen, maar u kunt de standaardsneltoetsen voor Excel niet verwijderen.

1. Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren.

2. Klik onder Hardwareop toetsenbord .

3. Klik op het tabblad Sneltoetsen op Fabrieksinstellingen.

4. Klik op de sneltoets die u wilt verwijderen en klik vervolgens op verwijderen .

Als u een sneltoets wilt gebruiken die een conflict veroorzaakt met een standaardsneltoets van Mac OS X, moet u eerst de bestaande sneltoets van Mac OS X uitschakelen.

1. Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren.

2. Klik onder Hardware op Toetsenbord en klik vervolgens op de tab Sneltoetsen.

3. Schakel het selectievakje uit voor de sneltoets die u wilt uitschakelen.