U kunt een actie of een set acties toewijzen aan een bepaalde toets of sneltoets door een AutoKeys- macrogroep. Wanneer u op de toets of sneltoets drukt, wordt de actie uitgevoerd in Microsoft Office Access.
Opmerking: Als u een actie toewijst aan een sneltoets die al aan Access is toegewezen, wordt de toewijzing van de Access-toets vervangen door de actie die u aan deze sneltoets toewijst. Ctrl+C is bijvoorbeeld de toetscombinatie voor de opdracht Kopiëren. Als u deze sneltoets toewijst aan een macro, wordt de macro uitgevoerd in plaats van de opdracht Kopiëren.
De macro AutoKeys maken
-
Klik op het tabblad Maken in de groep Overige op Macro. Als deze opdracht niet beschikbaar is, klikt u op de pijl onder de knop Module of Klassenmodule en klikt u op Macro.
-
Klik op het tabblad Ontwerpen in de groep Weergeven/verbergen op Macronamen om de kolom Macronaam weer te geven.
-
Druk in de kolom Macronaam op de toets of sneltoets waaraan u de actie of set acties wilt toewijzen.
-
Voeg in de kolom Actie de actie toe die u met de toets of sneltoets wilt uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld een actie RunMacro toevoegen om de macro Huidige record afdrukken uit te voeren wanneer op Ctrl+P wordt gedrukt.
Als u meer dan één actie wilt toewijzen aan de sneltoets, voegt u de extra acties toe die u onder de eerste actie wilt laten uitvoeren. Laat de kolom Macronaam leeg voor elke opvolgende actie.
-
Herhaal stap 3 en 4 voor andere belangrijke opdrachten die u wilt uitvoeren.
-
Klik op de Microsoft Office-
en klik vervolgensop Opslaan of druk op Ctrl+S.
-
Typ AutoKeys in het dialoogvenster Opslaan als onder Macronaam.
De nieuwe sleuteltoewijzingen zijn beschikbaar zodra u de macrogroep opgeslagen hebt en zijn van kracht telkens wanneer u de database opent. U kunt de toetstoewijzingen (en vele andere opstartopties) omzeilen door shift ingedrukt te houden terwijl u de database start.
Koppelingen naar meer informatie over het maken van macro's vindt u in de sectie Zie ook.
Belangrijk: Als aan de database geen vertrouwde status wordt verleend, worden bepaalde macroacties uitgeschakeld. U kunt alle macroacties inschakelen door op Opties op de berichtenbalk te klikken en vervolgens Deze inhoud inschakelen te selecteren. Hiermee worden alle macroacties mogelijk totdat u de database sluit. Zie de koppelingen in de sectie Zie ook van dit artikel voor meer informatie over het definitief toekennen van de vertrouwde status aan een database.
Syntaxis voor AutoKeys-sneltoetsen
In de volgende tabel ziet u enkele voorbeeldsneltoetsen die u kunt invoeren in de kolom Macronaam om toetstoewijzingen in een AutoKeys- macrogroep. Deze sneltoetsen zijn een subset van de syntaxis die wordt gebruikt in de instructie SendKeys in Microsoft Visual Basic.
Macronaam | Toets of sneltoets |
---|---|
^A of ^4 |
Ctrl+A of Ctrl+4 |
{F1} |
F1 |
^{F1} |
Ctrl + F1 |
+{F1} |
Shift+F1 |
{INSERT} |
Insert |
^{INSERT} |
Ctrl+Insert |
+{INSERT} |
Shift+Insert |
{DELETE} of {DEL} |
Del |
^{DELETE} of ^{DEL} |
Ctrl+Delete |
+{DELETE} of +{DEL} |
Shift+Delete |