Wanneer u een 3D-model invoegt in Office bestand, krijgt u een contextueel tabblad op het lint onder 3D-model. Op dit tabblad zijn er verschillende manieren om uw 3D-model weer te geven.
De galerie 3D-modelweergaven biedt u een verzameling vooraf ingestelde weergaven die u op uw afbeelding kunt gebruiken. U kunt bijvoorbeeld snel de head-on-weergave of de top-downweergave selecteren.
Als u meerdere 3D-modellen hebt en u problemen hebt met het selecteren van de 3D-modellen met wie u wilt werken, klikt u op het selectiedeelvenster om de lijst met objecten in te zetten. Vervolgens kunt u eenvoudig de afbeelding of afbeeldingen selecteren die u wilt selecteren.
Met het hulpmiddel Uitlijnen kunt u de afbeelding op de pagina of dia plaatsen, bijvoorbeeld boven of aan de zijkant.
Met pannen & zoomen kunt u bepalen hoe uw 3D-afbeelding binnen het frame past. Klik op de knop Pannen & zoomen en sleep het object in het frame om het te verplaatsen. Gebruik de zoompijl aan de rechterkant van het frame om het object groter of kleiner in het frame te maken.