In een grafiek die u maakt, worden aslabels weergegeven onder de horizontale as (categorieas of X), naast de verticale as (waarde of Y) en naast de diepteas (in een 3D-grafiek). De grafiek gebruikt tekst uit de brongegevens voor deze aslabels.
Verwar de horizontale aslabels (Kw 1, Kw 2, Kw 3 en Kw 4, zoals hieronder weergegeven met de legendalabels eronder) voor de verkoop in Oost-Azië voor 2009 en 2010 niet met elkaar.
De tekst van de aslabels wijzigen
-
Klik op een cel in het werkblad met de labeltekst die u wilt wijzigen.
-
Typ de gewenste tekst in de cel(len) en druk op Enter.
Als u de tekst in de cellen wijzigt, worden de labels in de grafiek bijgewerkt.
Labeltekst maken die verschilt van de werkbladlabels
(Deze procedure werkt alleen in Excel) Als u de tekst in de brongegevens op het werkblad wilt behouden en aangepaste labels in de grafiek wilt maken, kunt u nieuwe labeltekst invoeren die onafhankelijk is van de werkbladgegevens:
-
Klik met de rechtermuisknop op de categorielabels die u wilt wijzigen en klik op Gegevens selecteren.
-
Klik in het vak Horizontale aslabels (categorieën) op Bewerken.
-
Voer in het vak Aslabelbereik de labels in die u wilt gebruiken, gescheiden door komma's.
Typ bijvoorbeeld kwartaal 1, kwartaal 2, kwartaal 3, kwartaal 4.
De opmaak van tekst en notatie van getallen in labels wijzigen
Ga als volgt te werk om de opmaak van tekst in categorielabels te wijzigen:
-
Klik met de rechtermuisknop op de categorielabels die u wilt opmaken en klik op Lettertype.
-
Kies de gewenste opmaakopties op het tabblad Lettertype.
-
Kies de gewenste opties voor tekenafstand op het tabblad Tekenafstand.
Ga als volgt te werk om de notatie van getallen op de waardeas te wijzigen:
-
Klik met de rechtermuisknop op de waardelabels die u wilt opmaken.
-
Klik op As opmaken.
-
Klik in het deelvenster As opmaken op Getal.
Tip: Als u de sectie Getal in het deelvenster niet ziet, zorg er dan voor dat u een waardeas hebt geselecteerd (het is gewoonlijk de verticale as aan de linkerkant).
-
Kies de gewenste opties voor de getalnotatie.
Als in de gekozen getalnotatie gebruik wordt gemaakt van decimalen, kunt u het aantal plaatsen achter de komma opgeven in het vak Aantal decimalen.
-
Schakel het vakje Gekoppeld aan bron in als u de koppeling tussen de getallen en de werkbladcellen wilt behouden.
Opmerking: Voordat u getallen opmaakt als percentages, controleert u of de getallen die worden weergegeven in de grafiek in het werkblad zijn berekend als percentages of worden weergegeven in decimale notatie, zoals 0,1. Voor het berekenen van percentages in het werkblad deelt u het aantal door het totaal. Als u bijvoorbeeld =10/100 invoert en vervolgens het resultaat 0,1 opmaakt als percentage, wordt het getal correct weergegeven als 10%.
Tip: Een aslabel is niet hetzelfde als een astitel, die u kunt toevoegen om te beschrijven wat op de as wordt weergegeven. Astitels worden niet automatisch weergegeven in een grafiek. Zie Titels toevoegen of verwijderen in een grafiek om ze toe te voegen.