-
Selecteer een afbeelding en ga naar Afbeeldingsindeling > Transparantie.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
-
Selecteer een vooraf ingestelde transparantie.
-
Selecteer Opties voor afbeeldingstransparantie en gebruik vervolgens de schuifregelaar Doorzichtigheid om de mate van transparantie aan te passen.
-
Tip: Als u het tabblad Afbeeldingsopmaak niet ziet, controleert u of u een afbeelding op een dia hebt geselecteerd.
-
Selecteer een afbeelding en ga naar Afbeeldingsindeling > Transparantie.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
-
Selecteer een vooraf ingestelde transparantie.
-
Selecteer Opties voor afbeeldingstransparantie en gebruik vervolgens de schuifregelaar Doorzichtigheid om de mate van transparantie aan te passen.
-
-
Selecteer een afbeelding en ga naar Afbeelding > Afbeelding opmaken.
-
Gebruik onder Afbeeldingstransparantie de schuifregelaar om de mate van transparantie aan te passen.