Geeft als resultaat een getal verheven tot een macht.
Syntaxis
MACHT(getal,macht)
Getal is het basisnummer. Het kan elk reëel getal zijn.
Macht is de exponent waartoe het basisnummer wordt verheven.
Opmerking
In plaats van de functie MACHT kunt u ook het bewerkingsteken '^' gebruiken om een grondtal tot een bepaalde macht te verheffen, bijvoorbeeld 5^2.
Voorbeelden
|
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
|---|---|
|
=MACHT(5;2) |
5 kwadraat (25) |
|
=MACHT(98,6;3,2) |
98.6 verheven tot de macht van 3.2 (2401077) |
|
=MACHT(4;5/4) |
4 verheven tot de macht van 5/4 (5,656854) |