In dit artikel worden de syntaxis van de formule en het gebruik van de functie PRIJS.NOM in Microsoft Excel beschreven.
Beschrijving
Bepaalt de prijs per 100 euro nominale waarde voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd.
Syntaxis
PRIJS.NOM(stortingsdatum;vervaldatum;rente;rendement;aflossingsprijs;frequentie;[soort_jaar])
Belangrijk: Datums moeten worden opgegeven met de functie DATUM of als resultaten van andere formules of functies. Gebruik bijvoorbeeld DATUM(2008;5;23) voor de datum 23 mei 2008. Er kunnen problemen optreden als u datums opgeeft als tekst.
De syntaxis van de functie PRIJS.NOM heeft de volgende argumenten:
-
stortingsdatum Vereist. De stortingsdatum van het waardepapier. De stortingsdatum van het waardepapier is de datum (na de uitgiftedatum) waarop het waardepapier aan de koper wordt verkocht.
-
vervaldatum Vereist. De vervaldatum van het waardepapier. De vervaldatum is de datum waarop het waardepapier verloopt.
-
rente Vereist. De jaarlijkse couponrente van het waardepapier.
-
rendement Vereist. Het jaarlijkse rendement van het waardepapier.
-
aflossingsprijs Vereist. De aflossingsprijs van het waardepapier per € 100 nominale waarde.
-
frequentie Vereist. Het aantal couponuitbetalingen per jaar. Bij jaarlijkse betalingen geeft u 1 op, bij halfjaarlijkse betalingen 2 en bij driemaandelijkse betalingen 4.
-
soort_jaar Optioneel. Het type dagentelling dat wordt gebruikt.
soort_jaar |
Als u het volgende type dagentelling wilt |
0 of weggelaten |
Amerikaans (NASD) 30/360 |
1 |
Werkelijk/werkelijk |
2 |
Werkelijk/360 |
3 |
Werkelijk/365 |
4 |
Europees 30/360 |
Opmerkingen
-
In Microsoft Excel worden datums opgeslagen als sequentiële seriële getallen, zodat deze datums in berekeningen kunnen worden gebruikt. 1 januari 1900 is standaard het seriële getal 1 en 1 januari 2008 het seriële getal 39.448, omdat deze datum 39.448 dagen na 1 januari 1900 valt.
-
De stortingsdatum is de datum waarop de koper de coupon heeft gekocht. Bijvoorbeeld een obligatie. De vervaldatum is de datum waarop de coupon verloopt. Een voorbeeld: Op 1 januari 2008 wordt een obligatie voor 30 jaar uitgegeven. Zes maanden later wordt deze door een koper gekocht. In dat geval is de uitgiftedatum 1 januari 2008, de stortingsdatum 1 juli 2008 en de vervaldatum 1 januari 2038; 30 jaar na de uitgiftedatum 1 januari 2008.
-
stortingsdatum, vervaldatum, frequentie en soort_jaar worden afgekapt tot gehele getallen.
-
Als stortingsdatum of vervaldatum een ongeldige datum is, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
-
Als rendem < 0 of rente < 0, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als aflossingsprijs = 0, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als frequentie niet het getal1, 2 of 4 is, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als soort_jaar < 0 of > 4, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als stortingsdatum = vervaldatum, geeft PRIJS.NOM de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
Belangrijk:
-
Als N > 1 (N is het aantal te betalen coupons tussen de stortingsdatum en de aflossingsdatum), wordt PRIJS.NOM als volgt berekend:
-
-
waarbij:
-
Als N = 1 (N is het aantal te betalen coupons tussen de stortingsdatum en de aflossingsdatum), wordt PRIJS.NOM als volgt berekend:
-
-
DSC = aantal dagen vanaf de stortingsdatum tot de volgende couponvervaldatum.
-
E = aantal dagen van de coupontermijn waarin de stortingsdatum valt.
-
L = aantal dagen vanaf het begin van de coupontermijn tot de stortingsdatum.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Gegevens |
Beschrijving argument |
|
15-02-2008 |
Stortingsdatum |
|
15-11-2017 |
Vervaldatum |
|
5,75% |
Rentepercentage van halfjaarlijkse coupon |
|
6,50% |
Rendement |
|
€ 100 |
Aflossingswaarde |
|
2 |
De frequentie is halfjaarlijks |
|
0 |
Type dagentelling: 30/360 |
|
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=PRIJS.NOM(A2;A3;A4;A5;A6;A7;A8) |
De prijs van een obligatie op basis van de in A2:A8 opgegeven argumenten |
€ 94,63 |