Met de functie SCHAKELEN wordt één waarde (de expressie genoemd) geëvalueerd ten opzichte van een lijst met waarden en wordt het resultaat dat betrekking heeft op de eerste overeenkomende waarde geretourneerd. Als er geen overeenkomst wordt gevonden, kan een optionele standaardwaarde worden geretourneerd.
Opmerking: Deze functie is beschikbaar op Windows of Mac als u Office 2019 hebt of als u een Microsoft 365-abonnement hebt. Als u een Microsoft 365-abonnee bent, controleer dan of u de nieuwste versie van Office hebt.
Syntaxis
SCHAKELEN (expressie; waarde1; resultaat1; [standaard of waarde2; resultaat2];... [standaard of waarde3; resultaat3])
Argument |
Beschrijving |
---|---|
uitdrukking (vereist) |
Expressie is de waarde (zoals een getal, datum of tekst) die wordt vergeleken met waarde1…waarde126. |
waarde1...waarde126 |
WaardeN is een waarde die wordt vergeleken met de expressie. |
resultaat1... resultaat126 |
ResultaatN is de waarde die moet worden geretourneerd wanneer het overeenkomende waardeN-argument overeenkomt met de expressie. ResultaatN moet worden opgegeven voor elk overeenkomend waardeN-argument. |
verstek (optioneel) |
Standaard is de waarde die moet worden geretourneerd als er geen overeenkomsten zijn gevonden in de waardeN-expressies. Het argument Standaard kunt u herkennen aan het feit dat dit geen overeenkomende resultaatN-expressie heeft (zie de voorbeelden). Standaard moet het laatste argument zijn in de functie. |
Omdat functies zijn beperkt tot 254 argumenten, kunt u maximaal 126 paren met waarde- en resultaatargumenten gebruiken.
Overzicht
In de meest eenvoudige vorm staat de functie SCHAKELEN voor het volgende:
-
=SCHAKELEN(Waarde om te schakelen; Waarde om overeen te komen1...[2-126]; Waarde om te retourneren als er een overeenkomst1...[2-126] is; Waarde om te retourneren als er geen overeenkomst is)
Waar u tot 126 overeenkomende waarden en resultaten kunt evalueren.
Zie de volgende formule:
-
Waarde om te schakelen? In dit geval is WEEKDAG(A2) gelijk aan 2.
-
Welke waarde wilt u laten overeenkomen? In dit geval zijn dat 1, 2 en 3.
-
Als er een overeenkomst is, wat wilt u dan retourneren als resultaat? In dit geval is het zondag voor 1, maandag voor 2 en dinsdag voor 3.
-
De standaardwaarde die wordt geretourneerd als er geen overeenkomst is gevonden. In dit geval is dat de tekst "Geen overeenkomst".
Opmerking: Als er geen overeenkomende waarden zijn en er geen standaardargument wordt opgegeven, retourneert de functie SCHAKELEN de fout #N/A.
Voorbeelden
U kunt de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel kopiëren en deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad plakken, zodat u de functie SCHAKELEN in de praktijk ziet. Als er geen resultaten voor de formules worden weergeven, kunt u deze selecteren en vervolgens op F2 > Enter drukken. Desgewenst kunt u de kolombreedte wijzigen om alle gegevens te zien.
Voorbeeld
Waarde |
Formule |
Resultaat |
---|---|---|
2 |
=SCHAKELEN(WEEKDAG(A2);1;"Zondag";2;"Maandag";3;"Dinsdag";"Geen overeenkomst") |
Omdat A2=2 en Maandag het resulterende argument is dat overeenkomt met waarde 2, retourneert SCHAKELEN Maandag |
99 |
=SCHAKELEN(A3;1;"Zondag";2;"Maandag";3;"Dinsdag”) |
Omdat er geen overeenkomst en geen ander argument is, retourneert SCHAKELEN #N/A |
99 |
=SCHAKELEN(A4;1;"Zondag";2;"Maandag";3;"Dinsdag";"Geen overeenkomst") |
Geen overeenkomst |
2 |
=SCHAKELEN(A5;1;"Zondag";7;"Zaterdag";"Weekdag") |
weekdag |
3 |
=SCHAKELEN(A6;1;"Zondag";2;"Maandag";3;"Dinsdag";"Geen overeenkomst") |
Dinsdag |
Meer hulp nodig?
U kunt altijd uw vraag stellen aan een expert in de Excel Tech Community of ondersteuning vragen in de Communities.
Zie ook
Overzicht van formules in Excel
Niet-werkende formules voorkomen
Fouten in formules zoeken en verbeteren