U kunt het lettertype, de stijl en de grootte wijzigen van de kop- en voetteksten die u wilt afdrukken, samen met de inhoud van het werkblad. Er zijn ook opties die u kunt configureren om ervoor te zorgen dat de tekengrootte van de koptekst en voettekst niet verandert wanneer u het werkblad schaalt om af te drukken.
Volg de volgende stappen om kop- en voettekst op te maken:
-
Zorg ervoor dat een kop- of voettekst (of beide) aan het werkblad is toegevoegd.
-
Open het werkblad met de koptekst of voettekst die u wilt opmaken.
Opmerking: Als u geen kop- of voettekst hebt, voegt u deze toe door te klikken op Invoegen > Koptekst & voettekst.
-
Klik op de statusbalk op de knop Pagina-indelingsweergave.
-
Selecteer de kop- of voettekst die u wilt wijzigen.
-
Stel op het tabblad Start in de groep Lettertype de opmaakopties in die u wilt toepassen op de kop- en voettekst.
-
Wanneer u klaar bent, klikt u op de knop Normale weergave op de statusbalk.
Voorkomen dat de tekengrootte van de koptekst en voettekst verandert wanneer u het werkblad schaalt om af te drukken
Als u niet wilt dat de kop- en voettekst worden geschaald met het document:
-
Klik op de statusbalk op de knop Pagina-indelingsweergave en klik vervolgens op Ontwerpen en het selectievakje Schaal met document uit.
Tip: Als u een selectievakje in het vak Schaal met document achter laat, worden de koptekst en voettekst samen met het werkblad geschaald en worden de instellingen voor kop- en voettekstlettertypen waarschijnlijk niet weergegeven in de afdrukweergave.
Zie Kop- en voetteksten in een werkblad voor meer informatie over het werken met titels, datums en paginanummers in kop- en voetteksten.
Meer hulp nodig?
U kunt altijd uw vraag stellen aan een expert in de Excel Tech Community of ondersteuning vragen in de Communities.