Afbeeldingen bewerken

U kunt Microsoft Office Picture Manager gebruiken om correcties in uw afbeeldingen aan te brengen, zoals het aanpassen van de helderheid, de kleuren of het verwijderen van rode ogen. Als u tijd wilt besparen, selecteert u in één keer alle afbeeldingen die u wilt corrigeren en gebruikt u vervolgens Autocorrectie of een van de afzonderlijke hulpmiddelen voor de bewerking van afbeeldingen.

In Picture Manager zijn de volgende bewerkingshulpmiddelen beschikbaar:

• Helderheid en contrast    Hiermee kunt u het verschil tussen lichte en donkere tonen aanpassen. U kunt deze functie gebruiken om afbeeldingen te corrigeren die te licht of te donker zijn.

• Kleur    Hiermee kunt u de tint en de verzadiging aanpassen. U kunt deze functie gebruiken om afbeeldingen met te veel of te weinig kleur te corrigeren.

• Bijsnijden    Hiermee kunt u ongewenste delen van een afbeelding bijsnijden. U kunt deze functie gebruiken om afbeeldingen te corrigeren die storende elementen bevatten.

• Draaien en spiegelen    Hiermee kunt u afbeeldingen draaien en spiegelen rond de huidige as van de afbeelding. U kunt deze functie gebruiken om afbeeldingen te corrigeren die u hebt gemaakt met het toestel 90 graden gedraaid voor een staande afdrukstand.

• Rode ogen verwijderen    Hiermee kunt u de rode kleur uit de ogen van het onderwerp op de afbeelding verwijderen die wordt veroorzaakt door de flits van de camera.

• Formaat wijzigen    Hiermee kunt u de afmetingen van een afbeelding wijzigen. U kunt deze functie gebruiken om een afbeelding te vergroten om de afbeelding te kunnen afdrukken of te verkleinen om de afbeelding in een e-mailbericht te kunnen verzenden of te delen op Internet.