Als u geen signaal ziet wanneer u de microfoon test, hebt u mogelijk een probleem met de audioverbeteringen (APO's) van uw apparaat. Audioverbeteringen uitschakelen:
-
Selecteer Extra apparaateigenschappen in het deelvenster Apparaateigenschappen. (Start > Instellingen > System > Sound > Selecteer uw microfoon in de vervolgkeuzekeuze onder Eigenschappen van invoer > apparaat >Extraapparaateigenschappen )
-
Afhankelijk van de fabrikant staat de instelling voor het uitschakelen van audioverbeteringen op het tabblad Verbeteringen of op het tabblad Geavanceerd.
-
Schakel op het tabblad Verbeteringen het selectievakje Alle verbeteringen uitschakelen of Alle geluidseffecten uitschakelen in (afhankelijk van welke optie u ziet) en selecteer OK.
-
Als u de instelling daar niet ziet, selecteert u het tabblad Geavanceerd en kijkt u naar de instelling Audioverbeteringen inschakelen. Als de fabrikant de instelling hier heeft gevonden, schakelt u het selectievakje uit om audioverbeteringen uit te schakelen.
-
Als u meer dan één audio-invoerapparaat hebt, herhaalt u deze stappen voor elk apparaat en test u de microfoon.