Beschrijving van Visual Studio 2013 Update 3

Microsoft heeft dit bestand op virussen gecontroleerd. Microsoft gebruikt de meest actuele software voor virusdetectie die beschikbaar was op de datum waarop het bestand werd gepost. Het bestand is opgeslagen op beveiligde servers die onbevoegde wijzigingen aan het bestand verhinderen.

• CodeLens taken die worden uitgevoerd op de agent van de taak Team Foundation Server geoptimaliseerd zijn voor de prestaties speciaal wanneer u vertakkingen en changesets samenvoegen verwerkt.

• Team Foundation Server-beheerders kunnen nu met het gebruik van de opdracht TFSConfig CodeIndex /ListLargeFiles om grote bestanden te identificeren. Deze bestanden kunnen worden toegevoegd aan de lijst negeren en dus minder tijd die is besteed aan taken CodeLens.

• Wanneer u werkt met een besturingselement voor gegevensbronnen in Git en werken items in TFS, kunt u het CodeLens werk indicatoren voor Git informatie verkrijgen over de werkitems die is gekoppeld aan een methode, eigenschap of klasse items weergeven.

• De indicatoren Git samenwerking kunnen duren als grote opslagplaatsen veel wijzigingen bevatten weergeven van. De voortgang bij de berekening van de informatie van de indicatoren wordt nu vermeld.

• Als u meer dan één monitor hebt, wordt een archief van Windows-toepassingen uitvoeren op monitor Visual Studio onthouden.

• Kunt u fouten opsporen in x86 toepassingen die zijn gebouwd met .NET native.

• Wanneer u een beheerde geheugendumpbestanden analyseert, gaat u naar definitie en Alle verwijzingen zoeken voor het geselecteerde type.

• Met behulp van Visual Studio debugger kunt u fouten opsporen de dumpbestanden van .NET-toepassingen.

• U kunt weergeven of verbergen van de items In uitvoering in de reserve.

• U kunt de hiërarchie van bladeren wanneer u een groepsbeheer- of beheert.

• De inzichten die hulpprogramma's voor Visual Studio zijn nu opgenomen in Visual Studio 2013 Update 3. Deze eerste integratie omvat sommige softwareupdates en verbeteringen. De huidige bekende problemen met de inzichten die hulpprogramma's voor Visual Studio en de Windows Phone "Any CPU" probleem niet nog worden opgelost. Latere updates zijn gepland aanvullende verbeteringen en oplossingen voor deze problemen.

• De inzichten die hulpprogramma's voor Visual Studio bevat verbeterde Monitoring toepassingsinstellingen.

• Toepassing inzichten account setup nu de gebruikersaccounts maakt in de nieuwe portal preview op Azure, en niet maken of een Visual Studio Online account nodig.

• Autohosting is niet langer een optie voor SharePoint:
  
  De optie Autohosted wordt verwijderd uit de ervaring van SharePoint-toepassing maken, omdat het programma Office 365 Autohosted Apps Preview is gestopt op 30 juni. Nieuwe autohosted toepassingen voor SharePoint zijn niet meer geaccepteerd door de SharePoint-winkel. Geen invloed op bestaande autohosted apps en apps die momenteel actief zijn in de service niet afgesloten. Ga naar de volgende website voor meer informatie over de update voor het programma Autohosted Apps Preview:
  

  Update op Autohosted Apps Preview program

• HTML en JavaScript diagnostische hulpprogramma's bevatten belangrijke extra functies in extra UI reactiesnelheid en geheugen, en een nieuwe API te rapporteren hoe lang een tabblad of gebruikerssessie is live. Ga naar de volgende MSDN-website voor meer informatie:
  

  Updates in ontwikkelaar kanaal F12

• Het apparaat met meerdere hybride Apps voor Visual Studio-uitbreiding is met CTP 2.0 bijgewerkt. Deze update bevat vele bugfixes; ondersteuning voor Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2012 R2; ondersteuning voor Android 4.4 en een lagere streefwaarden debugging met behulp van jsHybugger; en een compatibiliteitscontrole afhankelijkheid. CTP 2.0 afzonderlijk installeren hier.

• U kunt direct doorgaan naar de details van de prestaties van gebeurtenissen die worden geëxporteerd vanaf de inzichten van toepassing op IntelliTrace.

• Na het toepassen van Visual Studio 2013 Update 3, kunnen de Services van .NET Mobile in de wizard Push-meldingen worden ondersteund. Dit eenvoudig voor u push-meldingen toevoegen aan uw toepassingen voor Windows Phone en Windows Store. Met deze wizard kunt de client voor push-meldingen registreren en bieden u monster backend logica om push-meldingen te verzenden.

• Melding hubs in Server Explorer gereedschap toegestaan in een eerdere update test om meldingen te verzenden naar uw apparaten (Windows Phone, Windows Store, iOS, Android of Kindle Fire). In Visual Studio Update 3 toevoegen we meer gereedschappen waarmee u uw apparaat registraties weergeven, codes bewerken en verwijderen van registraties. Daarnaast beschikken we ook over een aantal registratie platform voor een snel overzicht weergeven.

• U hebt nu de optie voor het inrichten van een mobiele service wanneer u een nieuwe mobiele Services-project vanuit het dialoogvenster Nieuw Project maken .

• De hub prestatie en diagnose kunt openen profilering sessies (.diagsession-bestanden) die zijn geëxporteerd vanuit de F12 tools in de laatste developer preview van Internet Explorer 11.

• Windows Presentation Foundation (WPF) en Win32-toepassingen worden ondersteund door het nieuwe programma voor het gebruik van geheugen in de hub prestatie en diagnose. Ga naar het volgende bericht op een blog voor meer informatie over het gebruik van het hulpprogramma problemen in eigen en beheerde geheugen:
  

  Diagnose van geheugenproblemen met het nieuwe programma voor het gebruik van geheugen in Visual Studio

• Het hulpprogramma voor het CPU-gebruik in de hub prestatie en diagnose kunt u nu verplaatst uit de naam van een functie in de structuur van oproepen naar de broncode waar die functie is gedefinieerd, zodat u gemakkelijk de code waarmee de CPU wordt gebruikt in uw toepassing kunt zien.

• U kunt Windows PowerShell of de functies van Windows PowerShell gewenst staat configuratie (DSC) te implementeren en beheren van de configuratiegegevens. Bovendien kunt u op de volgende omgevingen implementeren zonder dat u voor het instellen van de Microsoft-implementatie van Agent:

  • Omgevingen met Microsoft Azure

  • Omgevingen (standaard omgevingen) ruimten

• U kunt Release Management trigger-implementaties die chef-kok beheerde omgevingen.

• Release Management kunt u werk items wijzigingen bijhouden in een release.

• U kunt aangepaste velden en aangepaste processen voor testplannen en testsuites toevoegen.

• Kunt u de machtiging beheren Test Suites voor het verlenen van toegang voor het testen van suites.

• U kunt wijzigingen testplannen en testen van suites met werk item geschiedenis bijhouden.
  
  Raadpleeg het volgende artikel van Visual Studio-ontwikkelprogramma's blog voor meer informatie over deze functies:
  

  Testplan en aanpassing van de Test Suite met TFS2013 Update3

• Cloud-gebaseerde load testen met de inzichten van toepassing
  
  Er geen bronnen gebruiken en uw eigen computers instellen om te testen op uw website worden geladen. Kunt u laden cloud-gebaseerde testen en biedt virtuele machines die de werklast van veel gebruikers toegang hebben tot uw website op hetzelfde moment te genereren. Wanneer u uw load tests voor uw toepassing uitvoert met behulp van Visual Studio Online, kunt u toepassingen inzichten worden prestatiegegevens opgehaald. Belasting-en prestatiegegevens elkaar correleren, u toegang tot meer inzicht in de performance problemen die u kunt vinden.
  
  Met behulp van Visual Studio 2013 Update 3 bent u niet langer beperkt tot een kleine Toepassingsitems die samen met de belasting die uitgevoerd wordt gecontroleerd. Nu kunt u prestatiemeteritems uit de toepassing van inzichten die u wilt weergeven met de belasting uitvoeren. De prestatiemeteritems ophalen met behulp van de volgende optie:
  
  
  En nu kunt u de Toepassingsitems die u wilt weergeven tijdens het laden uitvoert.
  
  
  
  Deze items worden gestart in de grafieken worden weergegeven wanneer u de belasting uitvoeren.
  
  
  Meer informatie over deze uitbreiding hier.

• CodeLens auteurs en wijzigingen worden nu beschikbaar voor Git opslagplaatsen.

• Koppelingen met behulp van kleuren zijn opgemaakt en worden weergegeven in de legenda van de verbeterde in Code met hyperlinks.

• Debugger kaart weergeven op de call-stack post van belang automatisch en behoudt u voorkeuren van gebruikers-en uitzoomen.

• U kunt binaire bestanden vanuit Windows Bestandsverkenner sleept naar een code toewijzen en vervolgens verkennen binaire bestanden met behulp van Code toewijzen.

• Wanneer een nieuwe Update voor Visual Studio is uitgebracht en is gereed voor het downloaden, wordt de badge van de meldingen geel (in de rechterbovenhoek van de IDE) om aan te geven dat een Update beschikbaar voor downloaden is. De badge nu ook fungeert als een in-of uitschakelen zodat u met één klik gebruiken kunt voor het openen van de hub en met één klik om te sluiten van de hub.

• /Zo is een compiler-schakeloptie die uitgebreidere informatie over foutopsporing voor geoptimaliseerde code (niet - /Od builds) genereert. Dit biedt verbeterde ondersteuning voor het opsporen van fouten in lokale variabelen.

• Nu kunt u opties voor vastleggen configureren op de pagina Diagnostische gegevens van afbeeldingen door te klikken op Extra Opties.

• Wanneer u frames in Grafische diagnostische sessie analyseert, wordt de frames in een aparte omgeving die afbeeldingen met Visual Studio Analyzer is geopend.

• U kunt arcering code bewerken en wijzigingen toepassen op het bestand VSGLOG het opgenomen frame bevat om het effect bekijken zonder dat u de toepassing opnieuw moet worden uitgevoerd.

• Als u Visual Studio 2013, zal vormen van de initialisatie die nog niet geïmplementeerd de compileerfout C2797. Ga naar de volgende MSDN-website voor meer informatie over deze fout:
  

  Details van een compileerfout C2797

• Microsoft ASP.NET en Web Tools 2013.3

  • Steiger: Ondersteuning voor ASP.NET 5.2 technologieën (MVC, Web-API)

  • JSON-editor: automatische opmaak en accolades aanvullen

  • CSS-editor: kiezers op niveau 4 en slepen en neerzetten van lettertypen, afbeeldingen en andere CSS-bestanden

  • Ondersteuning voor Microsoft Azure WebJobs in Visual Studio 2013 Update 3 toevoegen. Maak nu standaard Console projecten naar Visual Studio-oplossingen die kunnen worden gepubliceerd naar Azure Websites als continue, geactiveerd of geplande WebJobs. Console-projecten kunnen ook worden gepubliceerd rechtstreeks vanuit Visual Studio Solution Explorer rechtstreeks als WebJobs naar Azure Websites.

  • Ondersteuning toevoegen voor verificatie met twee factoren in een ASP.NET-sjablonen voor MVC, ondersteuning voor webformulieren.

  • Maken van ASP.NET-projecten inschakelen met behulp van Azure Active Directory tijdens het aanmelden bij MSA (Microsoft-Account, voorheen bekend als Live-ID). Ga naar hiervoor meer informatie.

• ASP.NET MVC 5.2

  • Kenmerken van het bewerkingsplan verbeteringen

  • Feature updates

  • Bug fixes

  • Wat is nieuw in ASP.NET MVC 5.2

• ASP.NET Web API 2.2

  • OData-v4-ondersteuning

  • Kenmerken van het bewerkingsplan verbeteringen

  • Ondersteuning voor web-API-Client voor Windows Phone 8.1

  • Feature updates

  • Bug fixes

  • Wat is er nieuw in ASP.NET Web API 2.2

• ASP.NET-webpagina's 3.2

  • Secundaire functie update

  • Bug fixes

  • Wat is nieuw in de ASP.NET-webpagina's 3.2

• Identiteit in ASP.NET

  • Ondersteuning toegevoegd voor SignInManager. SignInManager gemakkelijker 2-Factor verificatie, accountvergrendeling en andere beveiligingsvoorzieningen toevoegen wanneer u zich aanmeldt. Ga naar deze blog postvoor meer informatie over deze functie.

• Microsoft ASP.NET en Web Tools 2013.3

  • Sjabloon voor ASP.NET Facebook MVC verwijderd. We zijn nu de sjabloon ASP.NET Facebook verzending als een Visual Studio-extensie op de Visual Studio-galerie. U kunt deze sjabloon downloaden vanaf hier.

• Entiteit Framework 6.1.1

  • Microsoft 6.1.1 EF in deze update uitgebracht. Voor meer informatie gaat u naar deze blog posten.

• 3.5 WebDeploy vernieuwen

  • We hebben een vernieuwing 3.5 voor webonderdelen implementeren in Visual Studio Update 3 van integratie met SQL Server 2014 uitgebracht. U kunt het ook downloaden vanaf hier.

• IIS Express 8.0 Hotfix van juni 2014

  • Hebben wij een 8.0 IIS Express juni 2014 uitgegeven Hotfix in Visual Studio Update 3. Deze hotfix verhelpt een probleem in IIS Express 8.0 bij het maken van een site en het gebruik dat bepaalde combinaties van tekens in de sitemap, Internet Information Services (IIS) 8.0 Express wordt niet gestart. Ook kunt u de hotfix downloaden vanaf hier.

• De SDK van Windows Phone 8.1 Update 1 en Emulators zijn beschikbaar. U kunt het downloaden hier.

• U kunt nu de wizard Push-bericht als u uw toepassing met een .NET Azure Mobile Service verbinding wilt gebruiken. De wizard Push-bericht kunt u snel en eenvoudig in uw toepassing voor Windows of Windows Phone push-meldingen inschakelen.

• Visual Studio vastloopt tijdens de controle van een matrix groter is dan 16MB tijdens de foutopsporing op afstand.

• Build mislukt, omdat de PDB-bestand in de Visual Studio 2013 is vergrendeld.

• Een testproject dat is gemaakt in Visual Studio 2013 wanneer het bestand .suo van het project parallel bevat of taken van windows-instellingen kan niet worden geopend in Visual Studio "14".

• Uitzonderingen of Visual Studio-fout wanneer u op afstand fouten opsporen in een project met behulp van de DataSet of DataTable Visualizer WPF Tree Visualizer.

• Wanneer u de inhoud van dte bekijkt. Debugger.CurrentStackFrame.Locals met behulp van Visual Studio 2013, het uitvoervenster wordt de opgegeven opmaak niet volgen, maar de geretourneerde waarde wordt altijd weergegeven in hexadecimale tekens.

• Een variabele muis werkt niet voor bepaalde gebieden van de monitor.

• Stel dat u de stijl in het Configuratiescherm om uw gelokaliseerde gebruiken hebt gewijzigd. Wanneer u de muisaanwijzer over een variabele in Visual Studio 2013, is het gehele getal niet wordt weergegeven.

• SHA256 certificaten op het .NET Framework 4.0 in ClickOnce ondersteunen:
  
  Dat doel het .NET Framework 4.0 of een eerdere versie, kunt u certificaten van SHA-256 code-ondertekening ook voor de toepassingen. Voordat u deze update moest het .NET Framework 4.5 op de clientcomputer aanwezig zijn wanneer een certificaat voor code-ondertekening is gebruikt voor desktoptoepassingen SHA-256 gepubliceerd met ClickOnce of Visual Studio Tools voor Office-invoegtoepassingen. Als u certificaten voor SHA-256 code-ondertekening in het verleden hebt gebruikt en fouten hebt gezien, zoals 'de toepassing heeft een onjuiste indeling', 'het manifest mogelijk niet geldig is,' 'XML-Manifest handtekening is niet geldig' of "SignatureDescription kan niet worden gemaakt voor de algoritme voor handtekening verstrekt," deze update lost het probleem voor opnieuw gepubliceerde en zojuist gepubliceerde toepassingen.

• Na de installatie van Visual Studio 2013 Update 2, maximaliseert Visual Studio de CPU wanneer u aan een TypeScript project met bronbeheer werkt.

• Als Visual Studio Express 2013 voor Windows is geïnstalleerd voordat u de uitdrukkelijke voor Web, Professional, Premium of Ultimate edities, wordt het dialoogvenster Nieuw Project u gevraagd te installeren schrijfmachine.

• Profilering is mislukt op telefoonapparaat voor universele toepassingen wanneer de toepassingen worden gebouwd in de release-modus.

• Het hulpprogramma voor het CPU-gebruik in de hub prestatie en diagnose is nu beschikbaar bij de Internet Explorer op een Windows Phone... doel is geselecteerd, echter de emulator doel moet of apparaat heeft de Windows Phone 8.1 GDR 1 zijn geïnstalleerd om te kunnen zien van JavaScript-functies.

• Een time-out-probleem kan optreden wanneer u werkitems in 2013 TFS opslaat.

• In hoge resolutie worden niet goed werk editor programmapictogrammen geschaald. .

• Team Foundation Server Excel-invoegtoepassing kan worden uitgeschakeld wanneer u klikt op de rapportage in Excel 2013.

• De metagegevenscache Team Foundation Server kan met werk item openen, bijwerken of querybewerkingen groot.

• Wanneer u een nieuwe Code Review aanvraag maakt, wordt het volgende foutbericht weergegeven:

  Object kan niet opgeslagen werk 0: Microsoft.TeamFoundation.WorkItemTracking.Client.ValidationException: TF237165: Team Foundation kan het artikel niet vanwege een fout op de server bijwerken. Dit kan gebeuren omdat het werksoort is gewijzigd of verwijderd, of u bent niet gemachtigd voor het bijwerken van het artikel.

• Maken van het team Project mislukt en u ontvangt het volgende foutbericht weergegeven:

  processColumnCallback is al toegevoegd aan deze payload

• Gelijktijdige builds van de dezelfde Git repository kunnen mislukken.

• Bij het opbouwen van grote druppels worden verwijderd, kunnen builds build machines niet verwerken.

• TfsBuildServiceHost.exe loopt vast vanwege een fout van build druppels verwijderen.

• Waarschuwingen in build logboeken kunnen zo groot zijn dat ze niet kunnen worden gerenderd in Visual Studio worden bouwen. U hebt in Visual Studio registreren waarschuwing uitschakelen.

• Wanneer u de UpgradeTemplategebruikt, koppelt builds doorvoeracties niet aan werkitems.

• Wanneer u een build Team Foundation Server Web Access het veld MSBuild argumenten in het dialoogvenster wachtrij wachtrij altijd leeg is, zelfs als de argumenten zijn opgegeven in de definitie.

• Activeert een build die niet worden uitgevoerd wanneer er een build definitie ingesteld op een tak onder bronbeheer Git bewaken en publicatie ongedaan maken of verwijderen van een externe tak, de publicatie ongedaan maken of verwijderen.

• Stel dat u van SQL Server 2008 R2 hebt bijgewerkt naar SQL Server 2012. Wanneer u probeert een geplande back-ups configureren met behulp van SQL Server Reporting Services, treedt een fout op in de wizard Geplande back-ups .

• Afname in prestaties voor werk artikeltracering bij gebruik van SQL Server 2014.

• Problemen met de verbinding na een upgrade als u Kerberos-verificatie gebruikt.

• Team Foundation Server upgrade kan mislukken als u niet remapdbs voordat u de upgrade uitvoert.

• Op de pagina project geschiedenis (#_a _oi/_jobMonitoring = geschiedenis) mislukt.

• Geplande back-ups rapporteert mogelijk een onjuiste status. Taken die mei slagen weergeven als mislukt en taken in uitvoering kunnen melden.

• Wanneer u van oudere versies van Team Foundation Server overstapt, ziet u fouten in het gebeurtenislogboek van de migratie van FileContent is mislukt.

• U kunt geen nieuwe Team Project collecties maken wanneer u de functie AlwaysOn beschikbaarheidsgroepen in SQL Server inschakelt.

• Geplande back-ups rapporteert mogelijk een onjuiste status. Taken die voltooid kunnen worden weergegeven als mislukt en taken in uitvoering kunnen melden.

• Nadat u het formulier en klik vervolgens op OK als u tf shelve of tf checkinuitvoert, treedt een fout op. De gegevens in het dialoogvenster gaat verloren.

• Met behulp van het bewaarbeleid voor standaard-database mogelijk databaseruimte verlopen.

• Een uur na de zomertijd vroeg, geplande opbouw kunnen uitvoeren.

• Team Foundation Server upgrade kan mislukken omdat de agent van de taak niet beëindigd.

• Wanneer u een Code-revisie pagina verlaat en er later terugkeert, wordt een foutbericht 'Veld 'Gebied pad' mag niet leeg zijn' zelfs als het pad van het gebied wordt ingevoerd.

• U heeft geen toegang tot shelvesets die eigendom zijn van gebruikers met een slash (/) in de weergegeven namen.

• Fouten bij het maken van een website-project als Git de actieve bron control provider is.

• In afwachting van de wijzigingen die worden geproduceerd door tf samenvoegen mogelijk onjuiste dubbele naam bronnen.

• U kunt geen instellingen importeren of exporteren Git.

• Wanneer u zich in Visual Studio 2013 aanmeldt, wordt het volgende foutbericht weergegeven:

  We konden uw Visual Studio Online accounts automatisch invullen.
  De volgende fout is opgetreden: Er zijn een of meer fouten opgetreden.

• Bij het uitvoeren van interne upgrade hebt uitgevoerd naar TFS 2013 Update 3, ziet u twee TFS-mappen in het startmenu.

• De TFSJobAgent loopt voor wachten om te koppelen aan een debugger.

• Wanneer u het bijhouden van de algemene werkstroom werkitem bijwerkt, kan een nieuwe magazijn weergave niet worden gemaakt. Dit zorgt ervoor dat gegevens in het magazijn zijn verouderd.

• ' Fout C2893: gespecialiseerd functie is mislukt ' wanneer u een aangifte via gebruikt in een Visual C++-project in Visual Studio 2013.

• Het compileerprogramma loopt vast wanneer u de code met sjablonen of namespaced standaardargumenten in Visual Studio 2013 compileert.

• Het compileerprogramma loopt vast wanneer de functiepointer wordt bepaald door variadic sjabloon in Visual Studio 2013.

• Het compileerprogramma loopt vast wanneer u variadic conversieoperator expliciet in een Visual C++-project in Visual Studio 2013 aanroepen.

• Variadic-sjablonen mislukt op afhankelijke soorten die met ':' beginnen wanneer u een Visual C++-project compileert.

• Hiermee verkleint u sommige CX binaire bestanden in Visual Studio 2013.

• C1001 fout in Visual C++ compiler als u variadic sjablonen intensief gebruikt.

• Kunt u uitschakelen van de optie Hoofdletters in de menubalk op Extra > Opties > milieu > algemene pagina. Deze instelling overgezet automatisch op alle computers waarbij u zich hebt aangemeld.

• U kunt de vervolgkeuzelijsten in de navigatiebalk Editor opnieuw groot.

• Razor syntaxiscontrole in Javascript blok werkt niet goed in Visual Studio 2012 Update 3.

• Weergeven in browser wordt niet de juiste URL voor MVC's geladen wanneer u de Emulator Azure.

• Apparaat met meerdere hybride Apps voor Visual Studio, CTP1.1 en CTP1.0 zijn niet compatibel met Visual Studio 2013 Update 3.
  
  U lost dit probleem, na de installatie van Visual Studio 2013 Update 3 te installeren Apparaat met meerdere hybride Apps voor Visual Studio CTP2.

• Bron weergeven is niet beschikbaar in het hulpprogramma voor het CPU-gebruik voor beheerde code in projecten waarnaar wordt verwezen door een opstartproject.

• "C1083: kan niet openen bestand opnemen: 'winsock2.h': onbekend bestand of map." Fout bij het samenstellen van Visual C++ projecten na het verwijderen van Visual Studio 2013 Update 3. Ga naar het volgende knowledge base-artikel voor meer informatie over dit probleem:
  

  2989380 "C1083: kan niet openen bestand opnemen: 'winsock2.h': onbekend bestand of map." Fout bij het samenstellen van Visual C++ projecten na het verwijderen van Visual Studio 2013 Update 3

• Wanneer u afbeeldingen diagnostische gegevens, is het mogelijk dat de weergave in de weergave .diagsession leeg als het bestand .diagsession is niet de focus aan het einde van het opsporen van fouten.
  
  U kunt dit probleem omzeilen, slaat u het bestand .diagsession en opnieuw openen om de weergave te bekijken.

• In Visual Studio 2013 Ultimate Update 3 gelokaliseerd (niet en-us) druppels, wanneer u probeert een kaart Code aanvragen of een grafiek afhankelijkheid voor de oplossing, de gestuurde grafiek wordt niet geproduceerd.

• Als u een naar Visual Studio Update 3 RTM van Visual Studio Update 3 CTP1 of Visual Studio Update 3 CTP2 rechtstreeks upgrade, werkt JSON-editor of minder editor niet.
  
  U kunt dit probleem omzeilen, Visual Studio 2013 Update3 herstellen om de computer te brengen in een goede staat worden uitgevoerd.

• Wanneer u een standaard C# of ASP.NET-webtoepassing VB maakt van MVC, WebAPI of SPA sjabloon met afzonderlijke verificatie, de gegenereerde Views\Account\_SetPasswordPartial en _ChangePasswordPartial -bestanden bevatten ongeldige modellen.
  
  U kunt dit probleem omzeilen, moet u de volgende wijzigingen aanbrengen:

  • Wijzigen in het bestand _SetPasswordPartial.cshtml, "<MyProjectName> @model. Models.ManageUserViewModel"naar"<MyProjectName> @model. Models.SetPasswordViewModel."

  • Wijzig in het bestand _ChangePasswordPartial.cshtml, "@model Microsoft.AspNet.Identity.ManageUserViewModel" "<MyProjectName> @model. Models.ChangePasswordViewModel."

  • Wijzigen in het bestand _SetPasswordPartial.vbhtml, "@ModelType ManageUserViewModel" "ModelType SetPasswordViewModel."

  • Wijzigen in het bestand _ChangePasswordPartial.vbhtml, "@ModelType ManageUserViewModel" "@ModelType ChangePasswordViewModel".

• Wanneer u met Visual Basic als u een nieuwe mobiele Service in de Wizard Push-melding maakt, kunt u geen meldingen ontvangen vanwege een 404-fout van de webservice.
  
  U kunt dit probleem omzeilen, het voorbeeldproject Mobile-Service die wordt gegenereerd voor u te vinden, in de klasse NotifyAllUsersController vervangen door 'Vriend' 'Openbaar'.

• De pijpleiding vNext-release verschilt van de pijpleiding implementatie Agent gebaseerde release. De pijpleiding vNext release heeft de volgende Functieverschillen:

  • Uitbreiding van de doelfase worden implementatie op basis van tags en handmatige tussenkomst functies nog niet ondersteund.

  • Fasen in paden van een moeten vNext-versie de Azure-omgeving of het milieu (standaard) ruimten typt. Het pad van een bepaalde release geen beide soorten omgeving.

  • vNext onderdelen en servers zijn parameters op acties van de implementatie. Ze kunnen niet worden gesleept op deployment sequence editor in een implementatie van gebaseerde release's ontwerpen.

  • vNext-onderdelen worden gebruikt voor het pad naar het pakket wordt gedefinieerd en niet zijn gekoppeld aan de implementatieprogramma's.

  • Time-outs voor sessies WinRM heeft moet handmatig worden ingesteld op de doelcomputers. Ga naar de installatie en configuratie voor extern beheer van Windowsvoor meer informatie.

  • Stroom besturingselementen namelijk 'Ongedaan maken' en "Always terugdraaien" worden niet ondersteund in andere besturingselementen stroom. Ze worden bijvoorbeeld niet ondersteund in een volgorde of parallelle bepaalt. Actie implementeren storingen alle vorige blokken voor ongedaan maken wordt geactiveerd, is het raadzaam dat terugdraaien scripts zijn idempotency is ingeschakeld.

• Ga naar het volgende knowledge base-artikel voor meer bekende problemen, Release Management:

  2905736 bekende problemen tijdens de installatie van Visual Studio 2013 Release Management

• Nieuwe Python Tools voor Visual Studio-projecten die zijn gemaakt met de inzichten van toepassing ingeschakeld, wordt een foutbericht weergegeven nadat u hebt gemaakt en kan niet worden gepubliceerd naar Microsoft Azure.
  
  U kunt dit probleem omzeilen, zorgen dat de checkbox 'Toevoegen toepassing inzichten aan Project' is uitgeschakeld wanneer u het project maakt.

• Nieuwe autohosting apps worden niet langer ondersteund. De optie Autohosted wordt verwijderd uit de ervaring van SharePoint app maken, omdat het programma Office 365 Autohosted Apps Preview is gestopt op 30 juni. Nieuwe autohosted apps voor SharePoint zijn niet meer geaccepteerd door de SharePoint-winkel. Geen invloed op bestaande autohosted apps en apps die momenteel actief zijn in de service niet afgesloten. Zie werken op Autohosted Apps Preview program voor meer informatie over de update voor het Autohosted Apps Preview program.

Opnieuw opstartenU moet de computer opnieuw opstarten na installatie van dit pakket.

Ondersteunde talenVisual Studio 2013 Update 3 bevat updates voor de volgende versies:

• Chinees (Vereenvoudigd)

• Chinees (Traditioneel)

• Tsjechisch

• Engels

• Frans

• Duits

• Italiaans

• Japans

• Koreaans

• Russisch

• Pools

• Portugees (Brazilië)

• Spaans

• Turks

Ondersteunde besturingssystemenGa naar de volgende Microsoft-website voor meer informatie over de ondersteunde besturingssystemen:

Platform compatibiliteit en systeemvereisten voor Visual Studio 2013

Ondersteunde architecturen

• 32-bit (x86)

• 64-bits (x64) (WOW)

Hardwarevereisten

• 1,6 GHz (gigahertz) processor of sneller

• 1 gigabyte (GB) RAM (1,5 GB wanneer u een virtuele machine)

• 1 GB vrije schijfruimte

• 5.400 RPM harde schijf

• DirectX 9-compatibele videokaart met een resolutie van 1024 x 768 of hoger wordt uitgevoerd

SoftwarevereistenAls u deze update hebt toegepast, moet een van de ondersteunde Visual Studio 2013-programma's die worden vermeld in de sectie 'Van toepassing op' is geïnstalleerd.

Ondersteuning voor Visual Studio 2013 Update 3Informele communautaire steun voor Visual Studio 2013 Update 3 is beschikbaar via de forums van Microsoft Developer Network (MSDN).