Het navigatiedeelvenster, dat zich aan de zijkant van het scherm bevindt, biedt een snelle manier om toegang tot de objecten in Microsoft Access te krijgen. U kunt het navigatiedeelvenster op elk gewenst moment verbergen of weergeven. Als u meer werkruimte nodig hebt, kunt u het navigatiedeelvenster sluiten of verbergen.
Ga als volgt te werk om het navigatiedeelvenster weer te geven of te verbergen in Access-bureaubladdatabases:
-
Druk op F11 om het navigatiedeelvenster weer te geven in een bureaubladdatabase.
-
Als u het navigatiedeelvenster wilt verbergen, klikt u boven aan het navigatiedeelvenster op
Als u een nieuwe lege bureaubladdatabase maakt of een bestaande bureaubladdatabase van Access gebruikt, kunt u vanuit de geopende database opties instellen om het navigatiedeelvenster niet weer te geven wanneer die specifieke bureaubladdatabase wordt geopend.
-
Klik vanuit de geopende bureaubladdatabase op het tabblad Bestand en klik vervolgens op Opties.
-
Klik op de categorie Huidige database en schakel onder Navigatie het selectievakje Navigatiedeelvenster weergeven uit.
-
Klik op OK. Sluit de database en open deze opnieuw om het effect van de optie te bekijken.
Opmerking: Het wordt afgeraden om het navigatiedeelvenster te verbergen in bureaubladdatabases, tenzij de database gebruikmaakt van een scherm zoals een schakelbord (een formulier met knoppen of koppelingen waarmee u door de database kunt navigeren) of er met een andere methode voor het openen van de objecten in de database wordt gewerkt.
Ga als volgt te werk om het navigatiedeelvenster weer te geven of te verbergen in Access-web-apps:
-
Als u het navigatiedeelvenster wilt weergeven in een Access-web-app, klikt u op het tabblad Start in de groep Weergeven op de wisselknop Navigatievenster.
-
Als u het navigatiedeelvenster wilt verbergen, klikt u op
Opmerking: Wanneer u voor het eerst een lege Access-web-app opent, wordt het navigatiedeelvenster niet weergegeven.
