Definieert een naam en optionele parameters.
Opmerking: De PROCEDURE-component is vervangen door de PROCEDURE-instructie. Hoewel de PROCEDURE-component nog steeds wordt ondersteund, biedt de PROCEDURE-instructie een uitbreiding van de mogelijkheden van de PROCEDURE-component; deze syntaxis wordt dan ook aanbevolen.
Syntaxis
PROCEDURE naam [param1 datatype[, param2 datatype[, ...]]
De PROCEDURE-component heeft deze onderdelen:
Onderdeel |
Beschrijving |
naam |
Een naam voor de procedure. |
param1, param2 |
Een of meer veldnamen of parameters. Bijvoorbeeld: PROCEDURE Sales_By_CountryRegion [Beginning Date] DateTime, [Ending Date] DateTime; |
gegevenstype |
Een van de primaire Microsoft Access SQL-gegevenstypen of hun synoniemen. |
Opmerkingen
Een SQL-procedure bestaat uit een PROCEDURE-component (die de naam van de procedure opgeeft), een optionele lijst met parameterdefinities en één SQL-instructie. De procedure Get_Part_Number kan bijvoorbeeld een query uitvoeren die een opgegeven onderdeelnummer ophaalt.
Notities:
-
Als de component meer dan één velddefinitie (dat wil zeggen: param-gegevenstype-paren) bevat, moeten deze worden gescheiden door komma's.
-
De PROCEDURE-component moet worden gevolgd door een SQL-instructie (bijvoorbeeld een SELECT- of UPDATE-instructie).