Installatieopties
Bestand naar pakket Het pad en de bestandsnaam van de Microsoft Office Access-database die worden opgenomen in het implementatiepakket.
Hoofdinstallatiemap De maplocatie op het hoogste niveau waar uw toepassing wordt geïnstalleerd.
Submap installeren De map onder de hoofdinstallatiemap waarin uw toepassing wordt geïnstalleerd.
Voorbeeld van installatielocatie Geeft een voorbeeld weer van de installatiemap op basis van de instellingen Bestand naar pakket, Hoofdinstallatiemap en Submap installeren .
Vereisten vóór de installatie U kunt opgeven of moet worden vereist dat Microsoft Access 2010 al op de computer worden geïnstalleerd voordat uw toepassing wordt geïnstalleerd, of dat de Access 2010 Runtime moet worden gebruikt voor uw toepassing. In de volgende tabel worden de beschikbare instellingen beschreven.
Instelling |
Omschrijving |
Vereisen dat Microsoft® Access® 2010 wordt geïnstalleerd. |
Access 2010 moet op de computer zijn geïnstalleerd voordat uw toepassing wordt geïnstalleerd. Zo niet, dan krijgt de gebruiker een foutbericht waarin wordt uitgelegd dat Access 2010 moet worden geïnstalleerd voordat de toepassing wordt geïnstalleerd. |
Vereisen dat Access 2010 Runtime wordt gedownload als Access nog niet is geïnstalleerd. |
Als Access 2010 nog niet is geïnstalleerd, moet de gebruiker de Access 2010 Runtime downloaden van internet. De bestandsextensie van de database die u hebt opgegeven in het vak Bestand naar pakket , wordt gewijzigd in .accdr om ervoor te zorgen dat uw database altijd in de runtimemodus wordt geopend. Als de gebruiker probeert het installatiepakket uit te voeren zonder Access 2010 of de Access 2010 Runtime geïnstalleerd, ontvangt deze een foutbericht met een URL waarin ze de Access 2010 Runtime kunnen downloaden. |
Niets vereisen en de Microsoft® Access® 2010 Runtime installeren. |
De Access 2010 Runtime wordt geïnstalleerd met uw toepassing, zelfs als Access 2010 al is geïnstalleerd. Gebruik het vak Installatiepakket voor Access 2010 Runtime om de locatie van het AccessRuntime.exe-bestand op uw computer op te geven. De bestandsextensie van de database die u hebt opgegeven in het vak Bestand naar pakket , wordt gewijzigd in .accdr om ervoor te zorgen dat uw database altijd in de runtimemodus wordt geopend. |
Snelkoppelingsopties
Locaties installeren Hiermee geeft u op waar een snelkoppeling naar uw toepassing wordt gemaakt wanneer deze wordt geïnstalleerd. U kunt ervoor kiezen om een snelkoppeling te maken in het Startmenu van de gebruiker, het bureaublad of beide locaties.
Naam van snelkoppeling De naam van de snelkoppeling.
Pictogram Het pictogram dat moet worden gebruikt voor de snelkoppeling.
Opstartmacro De naam van een macro die wordt uitgevoerd telkens wanneer uw toepassing wordt geladen.
Waarde van VBA-opdracht De naam van een VBA-procedure (Visual Basic for Applications) die wordt uitgevoerd telkens wanneer uw toepassing wordt geladen.