Apps in Windows zijn zorgvuldig geïsoleerd, zodat ze elkaar niet storen. Er zijn echter scenario's te bedenken waarin het nuttig is voor een app om bepaalde typen informatie te kunnen zien over andere apps die worden uitgevoerd (het is bijvoorbeeld handig als diagnostische tools een lijst met uitgevoerde apps kunnen zien). Dit is vooral handig tijdens de ontwikkeling van apps, of voor apps zoals Taakbeheer die basisinformatie biedt over uitgevoerde apps. Sommige mensen maken zich zorgen dat een app informatie verkrijgt over andere apps, maar de instellingen in Windows bieden u altijd controle over welke apps dit soort informatie kunnen krijgen over andere actieve apps.
Besturingselementen over diagnostiek kunnen al zijn uitgeschakeld als u een apparaat gebruikt dat aan u is toegewezen door uw werkplek, of als u een werkaccount hebt toegewezen aan uw persoonlijke apparaat. Als dat het geval is, wordt Sommige instellingen worden beheerd door uw organisatie weergegeven boven aan de instellingenpagina voor Diagnostische app-gegevens.
Opmerking: In Windows kunnen sommige apps acties blijven uitvoeren, zelfs als u niet actief in het venster van de app bent. Dit zijn veelgebruikte achtergrond-apps.
Welk soort informatie is beschikbaar?
Alleen bepaalde, zeer specifieke stukjes informatie worden beschikbaar gesteld in de app Diagnostische gegevens, met name:
-
De naam van elke actieve app.
-
De pakketnaam van elke actieve app.
-
De gebruikersnaam onder wiens account de app wordt uitgevoerd.
-
Het geheugengebruik van de app en andere informatie op procesniveau die meestal wordt gebruikt tijdens de ontwikkeling.
Beheren welke apps gebruik kunnen maken van de diagnostische gegevens van de app
Volg in het algemeen de volgende stappen om specifieke apps en services toe te staan of te blokkeren:
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
-
Ga Windows 10 naar Start en selecteer vervolgens Instellingen > Privacy > App-diagnostischegegevens en zorg ervoor dat Apps toegang verlenen tot diagnostische gegevens over uw andere apps is ingeschakeld.
-
Ga Windows 11 naar Start en selecteer vervolgens Instellingen > Privacy & security >App diagnosticsen zorg ervoor dat Diagnostische informatie over uw andere apps toegankelijk maken voor apps is ingeschakeld.
-
-
Kies welke apps toegang hebben tot diagnostische informatie over andere apps door afzonderlijke apps en servicesinstellingen in of uit te schakelen.
Blokkeren dat de meeste apps toegang hebben tot diagnostische gegevens:
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
-
Ga Windows 10 naar Start en selecteer vervolgens Instellingen > Privacy > App-diagnostischegegevens en zorg ervoor dat Apps toegang verlenen tot diagnostische gegevens over uw andere apps is uitgeschakeld.
-
Ga Windows 11 naar Start en selecteer vervolgens Instellingen > Privacy & beveiliging > App-diagnostische gegevens en zorg ervoor dat Apps toegang tot diagnostische gegevens over uw andere apps is uitgeschakeld.
-
Op deze manier schakelt u diagnostische gegevens van apps uit voor uw account op dat apparaat, terwijl andere mensen de diagnostische gegevens van apps wel kunnen gebruiken als ze met hun eigen accounts zijn aangemeld.
Uitzonderingen op de privacyinstellingen voor diagnostische gegevens van apps
Bureaublad-apps worden niet weergegeven in de lijst waarin u kunt kiezen welke apps toegang hebben tot diagnostische gegevens over andere apps, en bureaublad-apps worden niet beïnvloed door de instelling waarmee apps toegang hebben tot diagnostische gegevens over uw andere apps. Als u bureaublad-apps wilt toestaan of blokkeren, gebruikt u de instellingen in die toepassingen.
Opmerking: Hoe weet ik of een app een bureaublad-app is? Bureaublad-apps worden meestal gedownload van het internet of geïnstalleerd vanaf een bepaald type medium (zoals een cd, dvd of USB-opslagapparaat). Ze worden gestart met een EXE- of DLL-bestand en worden meestal uitgevoerd op je apparaat, in tegenstelling tot webapps (die in de cloud worden uitgevoerd). U kunt bureaublad-apps ook in de Microsoft Store vinden.
