Samenvatting
Met deze update wordt de werking verbeterd van querybewerkingen met ruimtelijke gegevenstypen in SQL Server 2012 en 2014. De prestatiewinst is afhankelijk van de configuratie, de typen query's en de objecten. Opmerking Deze prestatie-winst is merkbaar wanneer u tracerings vlaggen 6532, 6533 en 6534 inschakelt. Dit zijn afzonderlijke sessie vlaggen, maar ze kunnen globaal worden ingeschakeld.Bekend probleem: de functies STRelate en STAsBinary kunnen onverwachte resultaten retourneren wanneer Trace Flag 6533 is ingeschakeld. Gebruik deze traceringsvlag niet als uw werkbelasting een van deze functies omvat. Dit probleem wordt opgelost in de volgende cumulatieve update voor SQL Server 2012 SP3.
Oplossing
Deze functie werd voor het eerst geïntroduceerd in de volgende service packs voor SQL Server.
Zie bugs die zijn opgelost in SQL server 2012 Service Pack 3(SP3) voor meer informatie over sql server 2012 Service Pack 3 (SP3).
Service Pack 2 voor SQL Server voor SQL Server 2014Over service packs voor SQL ServerService packs zijn cumulatief. Elk nieuw Service Pack bevat alle correcties in eerdere service packs, samen met eventuele nieuwe oplossingen. We raden u aan het meest recente Service Pack en de nieuwste cumulatieve update voor dat Service Pack toe te passen. U hoeft geen vorig Service Pack te installeren voordat u het nieuwste Service Pack installeert. Gebruik tabel 1 in het volgende artikel voor meer informatie over de meest recente Service Pack en de nieuwste cumulatieve update.De versie, de editie en het update niveau van SQL Server en de bijbehorende onderdelen bepalen
Status
Microsoft heeft bevestigd dat dit probleem zich kan voordoen in de Microsoft-producten die worden vermeld in de sectie Van toepassing op.