In onderdeel- en implementatiediagrammen is een onderdeel een distributie-eenheid van implementatie in een systeem. Een onderdeel kan bijvoorbeeld een fysieke module met code vertegenwoordigen (bron, binair of uitvoerbaar) of het kan een logisch onderdeel zijn dat een zakelijk document in een menselijk systeem vertegenwoordigt.
In een implementatiediagram vertegenwoordigt een onderdeelexemplaren een implementatie-eenheid die tijdens uitvoering identiteit heeft en objecten kan bevatten. Een knooppunt-exemplaar kan een onderdeel bevatten.
Opmerking: Voor het maken en bewerken van UML-diagrammen op Visio voor het web is een Visio Abonnement 1- of Visio Abonnement 2-licentie vereist, die afzonderlijk van Microsoft 365 wordt aangeschaft. Neem contact op met uw Microsoft 365-beheerder voor meer informatie. Als uw beheerder selfserviceaankopen heeft ingeschakeld, kunt u zelf een licentie voor Visio kopen. Zie Veelgestelde vragen over selfservice-aankopen voor meer informatie.
Het gedrag van een onderdeel wordt gedefinieerd in termen van opgegeven interfaces en vereiste interfaces. Interfaces zijn modelelementen die sets bewerkingen definiëren die andere modelelementen, zoals klassen of onderdelen, moeten implementeren.
Er zijn twee soorten interfaces:
|
Naam |
Beschrijving |
|
|---|---|---|
|
|
Opgegeven interface |
Hiermee wordt informatie geproduceerd die wordt gebruikt door een vereiste interface van een ander onderdeel. |
|
|
Vereiste interface |
Is afhankelijk van informatie over een andere klasse of interface om de juiste functie uit te voeren. |
