Gebruik deze opties voor het configureren van de databasestuurprogramma's voor Microsoft Office Visio. Als u de databasestuurprogramma's configureert, geeft u een standaarddatabasestuurprogramma voor Visio op, evenals eigenschappen voor het standaardgegevenstype en een standaardgegevenstype voor het maken van kolommen.
U kunt afzonderlijke databasestuurprogramma's configureren door een stuurprogramma te selecteren en vervolgens op Installatie te klikken. U kunt ook een standaardgegevensbron voor het stuurprogramma selecteren en aanvullende voorkeuren voor stuurprogramma-instellingen vastleggen.
Opmerking: Een databasestuurprogramma voor Visio is een bestand dat bij het programma wordt geleverd en dat Visio in staat stelt om beter samen te werken met een door de leverancier verstrekt databasestuurprogramma of een door de leverancier verstrekte interface, zoals een ODBC-stuurprogramma of een OLE DB-provider. De koppeling tussen een databasestuurprogramma van Visio en een gegevensbron kan alleen goed werken als de door u geselecteerde databasestuurprogramma's ontworpen zijn voor het ODBC-stuurprogramma of de OLE DB-provider die is geselecteerd op het moment dat de gegevensbron is gedefinieerd. U kunt het Visio-databasestuurprogramma voor Oracle Server bijvoorbeeld koppelen aan een gegevensbron die is gedefinieerd voor gebruik in combinatie met een ODBC-stuurprogramma voor Oracle-databases.
Als u reverse-engineering toepast op een database, wordt de lijst met beschikbare gegevensbronnen gebaseerd op de koppelingen voor Visio-databasestuurprogramma's die u hebt vastgelegd in het dialoogvenster Installatie voor het momenteel geselecteerde Visio-databasestuurprogramma. Als er voor het stuurprogramma geen koppelingen zijn ingesteld, worden alle gedefinieerde gegevensbronnen weergegeven.
Categorie
Klik op een gegevenstypecategorie. Als u op een gegevenstypecategorie klikt, worden de opties onder Type gewijzigd, zodat u de standaardeigenschapswaarden kunt definiëren voor de overdraagbare gegevenstypen die in het huidige modeldiagram worden gebruikt.
Type
Klik op een gegevenstype voor de geselecteerde categorie. Als u op een gegevenstype klikt, worden de standaardeigenschapswaarden voor dat type weergegeven. Deze eigenschappen kunnen onder andere grootte, lengte, precisie en schaal zijn. U kunt de standaardwaarden voor deze eigenschappen bewerken.
Grootte
Klik op de categorie van de opslaggrootte voor het type.
Lengte
Typ het maximum aantal toegestane bytes voor een kolom.
Schaal
Typ het maximum aantal cijfers rechts van het decimaalteken.
Standaardcategorietype voor het maken van kolommen
Klik op het type categorie dat u wilt gebruiken als het standaardtype voor het toevoegen van nieuwe kolommen aan een tabel in een databasemodeldiagram.
