Een draaitabel afdrukken

Als het werkblad meer dan één draaitabelrapport bevat, stelt u een afdrukbereik in die alleen het rapport bevat dat u wilt afdrukken.

1. Klik op de draaitabel.

2. Klik op het tabblad Analyseren in de groep Acties op Selecteren en klik vervolgens op Hele draaitabel.

3. Klik op het tabblad Pagina-indeling in de groep Pagina-instelling op Afdrukgebied en klik vervolgens op Afdrukgebied instellen.
   
   

De weergave Pagina-indeling is handig om uw gegevens klaar te maken voor afdrukken. U kunt de linialen bijvoorbeeld gebruiken om de breedte en hoogte van de gegevens te meten, de afdrukstand te wijzigen, kop- en voetteksten van pagina's toe te voegen of te wijzigen, marges in te stellen voor afdrukken en rij- en kolomkoppen te verbergen of weer te geven.

1. Klik op het tabblad Weergave in de groep Werkmapweergaven op Pagina-indeling.

   Tip: U kunt ook op Pagina-indelingsweergave klikken op de statusbalk.

2. Breng wijzigingen aan in de pagina-indeling.

U kunt de rijlabels en kolomlabels van een rapport op elke afgedrukte pagina herhalen als afdruktitels. Wanneer u de indeling van het rapport zo wijzigt dat de labels in verschillende werkbladrijen en -kolommen worden weergegeven, worden de nieuwe labelrijen en -kolommen automatisch herhaald wanneer u het rapport de volgende keer afdrukt.

1. Klik op het tabblad Pagina-indeling, in de groep Pagina-instelling, op Afdruktitels.
   
   

2. Controleer in het dialoogvenster Pagina-instelling of de selectievakjes rijen die u bovenaan wilt herhalen en Kolommen die u links wilt herhalen , zijn uitgeschakeld.

3. Sluit het dialoogvenster Pagina-instelling .

4. Klik op het tabblad Analyseren in de groep Draaitabel op Opties.

5. Klik in het dialoogvenster Draaitabelopties op het tabblad Afdrukken en schakel het selectievakje Afdruktitels instellen in .

6. Als uw rapport meer dan één rijlabel heeft en u ook de buitenste rijlabelitems op elke pagina wilt herhalen, schakelt u het selectievakje Rijlabels op elke afgedrukte pagina herhalen in.

Wanneer uw rapport meerdere rijlabels heeft en een pagina-einde binnen een groep rijlabelitems valt, kunt u instellen dat het rapport de itemlabels voor de buitenste labels boven aan de volgende pagina automatisch herhaalt. In een rapport met twee of meer rijlabels zijn alle labels behalve de meest rechtse rijlabels buitenste rijlabels. In het volgende voorbeeld is het rapport zo ingesteld dat de items Oost en Qtr2 van de buitenste rijlabels Regio en Qtr worden afgedrukt op de volgende pagina na het pagina-einde.

1. Pagina-einde binnen een itemgroep.

2. Itemlabels van de buitenste rijlabels worden herhaald op pagina 2.

1. Klik met de rechtermuisknop op het label van de buitenste rij met de items die u op afzonderlijke pagina's wilt afdrukken en klik vervolgens op Veldinstellingen in het snelmenu.

2. Klik in het dialoogvenster Veldinstellingen op het tabblad Indeling & Afdrukken .

3. Schakel het selectievakje Pagina-einde invoegen na elk item in.

Het is een goed idee om de hele draaitabel in het voorbeeld van pagina-einde te bekijken, voor het geval u extra aanpassingen van de pagina-einden moet aanbrengen.

• Klik op het tabblad Beeld in de groep Werkbladweergaven op Pagina-eindevoorbeeld.

  U kunt nieuwe handmatige pagina-einden invoegen en automatische pagina-einden verplaatsen en verwijderen. Zie Pagina-einden toevoegen, verwijderen of verplaatsen voor meer informatie.

Mogelijk wilt u de knoppen voor uitvouwen en samenvouwen al dan niet afdrukken. Ga als volgt te werk om te bepalen of u de knoppen voor uitvouwen en samenvouwen wilt afdrukken:

• Als u de knoppen voor uitvouwen en samenvouwen op het werkblad wilt weergeven of verbergen, klikt u op het tabblad Analyseren in de groep Weergeven/verbergen op +/- Knoppen.

• Ga als volgt te werk om de knoppen voor uitvouwen en samenvouwen in het afgedrukte rapport weer te geven of te verbergen:

  1. Klik op het tabblad Analyseren in de groep Draaitabel op Opties.

  2. Klik op het tabblad Afdrukken en schakel het selectievakje Uitvouwen/samenvouwen afdrukken wanneer deze worden weergegeven in draaitabel in of uit.

     Opmerking: Voor dit selectievakje moet de opdracht +/- knoppen in de groep Weergeven/verbergen op het tabblad Opties zijn ingeschakeld.

1. Als u de uiteindelijke afdrukindeling wilt controleren, klikt u op Bestand > Afdrukken en bekijkt u het voorbeeld.

   Sneltoets  U kunt ook op Ctrl+F2 drukken.

   Breng indien nodig de laatste aanpassingen aan. Zie Werkbladpagina's bekijken voordat u afdrukt voor meer informatie.

2. Wanneer het voorbeeld er juist uitziet, klikt u op Afdrukken.