Deling wordt vertegenwoordigd door de rekenkundige operator / (slash). Typ bijvoorbeeld =10/5 en druk op Enter. Het resultaat is 2.
Als u een cel wilt delen door een getal of een andere cel, deelt =A3/5 cel A3 door 5 en deelt =D6/A3 cel D6 door cel A3.
Zie De functie IFERROR gebruiken als u fouten wilt overvallen, zoals fouten delen door nul.
Deling wordt vertegenwoordigd door de rekenkundige operator / (slash). Typ bijvoorbeeld =10/5 en druk op Enter. Het resultaat is 2.
Als u een cel wilt delen door een getal of een andere cel, deelt =A3/5 cel A3 door 5 en deelt =D6/A3 cel D6 door cel A3.
Zie De functie IFERROR gebruiken als u fouten wilt overvallen, zoals fouten delen door nul.