Gebruik T.TOETS om te bepalen of het waarschijnlijk is dat twee steekproeven behoren tot dezelfde twee onderliggende populaties met hetzelfde gemiddelde.
-
Ga naar Formules, selecteer Meer functies en kies Statistische > T.TEST.
-
Voor Matrix1 typt of selecteert u de cellen voor de eerste set gegevens. Doe hetzelfde in Matrix2 om de tweede set op te geven.
-
Voor Tails typt u 1 voor een eenzijdige verdeling of typt u 2 voor een tweezijdige verdeling.
-
Geef bij Type het type t-test op dat moet worden uitgevoerd. Typ bijvoorbeeld 1 voor gekoppeld, 2 voor gelijke variantie met twee steekproeven of 3 voor ongelijke variantie in twee steekproeven.
Zie de functie T.TEST voor meer informatie.
Gebruik T.TOETS om te bepalen of het waarschijnlijk is dat twee steekproeven behoren tot dezelfde twee onderliggende populaties met hetzelfde gemiddelde.
-
Ga naar Formules, selecteer Meer functies en kies Statistische > T.TEST.
-
Voor Matrix1 typt of selecteert u de cellen voor de eerste set gegevens. Doe hetzelfde in Matrix2 om de tweede set op te geven.
-
Voor Tails typt u 1 voor een eenzijdige verdeling of typt u 2 voor een tweezijdige verdeling.
-
Geef bij Type het type t-test op dat moet worden uitgevoerd. Typ bijvoorbeeld 1 voor gekoppeld, 2 voor gelijke variantie met twee steekproeven of 3 voor ongelijke variantie in twee steekproeven.
Zie de functie T.TEST voor meer informatie.