U kunt de cellen wijzigen in een tabel die u hebt ingevoegd in een Publisher-publicatie.
Zie Rijen of kolommen in een tabel wijzigen als u andere tabeleigenschappen wilt wijzigen.
De grootte van cellen vergrendelen of ontgrendelen
-
Selecteer de cellen die u wilt wijzigen.
-
Klik op het tabblad Hulpmiddelen voor tabellen - Indeling en ga op een van de volgende twee dingen te werk:
-
Als u de grootte van de cel wilt vergrendelen, moet u het selectievakje Tekst passend maken in- of uitvergroten.
-
Als u de celgrootte wilt ontgrendelen, selecteert u het selectievakje Tekst passend maken.
-
Opmerking: Diagonaal verdeelde cellen worden niet passend voor tekst.
De marges in een cel wijzigen
-
Selecteer de cellen die u wilt wijzigen.
-
Klik met de rechtermuisknop op de tabel en klik vervolgens op Tabel opmaken.
-
Klik in het dialoogvenster Tabel opmaken op het tabblad Celeigenschappen.
-
Geef onder Marges van tekstvakde 3d-marges op.
Cellen samenvoegen
-
Selecteer twee of meer aangrenzende cellen die u wilt combineren.
-
Klik op Hulpmiddelen voor tabel - Indeling > cellen samenvoegen.
Als de cellen tekst bevatten, wordt de inhoud van elke cel weergegeven in de samengevoegde cel.
Opmerking: Als u samengevoegde cellen wilt splitsen, selecteert u de cel en klikt u op Hulpmiddelen voor tabelindeling >cellen splitsen.
Cellen in een tabel diagonaal delen
-
Selecteer de cellen die u wilt delen.
-
Klik op Hulpmiddelen voor tabel - Indeling > Diagonalen.
-
Klik op Delen omlaag of Omhoog delen.
Een tabteken in een cel invoegen
-
Klik in de tabelcel waarin u het tabblad wilt invoegen.
-
Druk op Ctrl+Tab.