Aanmelden met Microsoft
Meld u aan of maak een account.
Hallo,
Selecteer een ander account.
U hebt meerdere accounts
Kies het account waarmee u zich wilt aanmelden.

Belangrijk: In dit artikel wordt een oudere methode voor het bijhouden van wijzigingen beschreven met een 'Gedeelde werkmap'. De functie Gedeelde werkmap heeft veel beperkingen en is vervangen door coauteur. Coauteuring biedt niet de mogelijkheid om wijzigingen bij te houden. Als u en anderen het bestand echter op hetzelfde moment hebben geopend, kunt u elkaars selecties en wijzigingen zien terwijl ze plaatsvinden. Als het bestand is opgeslagen in de cloud, is het ook mogelijk om eerdere versies weer te geven, zodat u de wijzigingen van elke persoon kunt zien. Meer informatie over coauteuring.

  1. Wees ervan overtuigd dat u deze methode wilt gebruiken voordat u doorgaat. Gedeelde werkmappen hebben beperkingen, en met name het onvermogen om te bewerken met Excel voor het web. Daarom raden we ten zeerste coauteuring aan.Dit is de vervanging van gedeelde werkmappen.

  2. Klik op Controleren > Werkmap delen.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Werkmap delen verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  3. Schakel in het dialoogvenster Werkmap delen op het tabblad Bewerken het selectievakje Gelijktijdige bewerking door meerdere gebruikers toestaan in.

  4. Klik op het tabblad Geavanceerd.

  5. Klik onder Wijzigingen bijhouden op Wijzigingen bijhouden van de laatste en typ in het vak dagen het aantal dagen dat u het wijzigingsoverzicht wilt bewaren. Standaard wordt Excel de wijzigingsgeschiedenis 30 dagen bijhoudt en alle wijzigingsgeschiedenis die ouder is dan dit aantal dagen, definitief gewist. Als u de wijzigingsgeschiedenis langer dan 30 dagen wilt behouden, voert u een getal in dat groter is dan 30.

  6. Klik op OK en klik bij de vraag of u de werkmap wilt opslaan nogmaals op OK om de werkmap op te slaan.

  1. Klik op > Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen accepteren of weigeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Klik op OK als u wordt gevraagd de werkmap op te slaan.

  3. Ga in het dialoogvenster Welke wijzigingen accepteren of negeren op een van de volgende manieren te werk:

    • Als u de wijzigingen wilt accepteren of negeren die zijn aangebracht na een bepaalde datum, schakelt u het selectievakje Wanneer in, klikt u op Sinds datum in de lijst Wanneer en typt u vervolgens de vroegste datum waarvoor u wijzigingen wilt beoordelen.

    • Als u wijzigingen wilt accepteren of negeren die door een specifieke gebruiker zijn aangebracht, schakelt u het selectievakje Wie in en klikt u vervolgens in de lijst Wie op de gebruiker van wie u de wijzigingen wilt beoordelen.

    • Als u wijzigingen wilt accepteren of negeren die zijn gemaakt door alle gebruikers, schakelt u het selectievakje Wie uit.

    • Als u wijzigingen wilt accepteren of negeren die zijn aangebracht in een specifiek gebied, schakelt u het selectievakje Waar in en typt u vervolgens de celverwijzing van het werkbladbereik.

    • Als u wijzigingen wilt accepteren of negeren voor de volledige werkmap, schakelt u het selectievakje Waar uit.

  4. Klik op OK en bekijk de informatie over elke wijziging in het dialoogvenster Wijzigingen accepteren of negeren.

  5. Klik op Accepteren of op Negeren om een wijziging te accepteren of te negeren.

  6. Wanneer u wordt gevraagd een waarde voor een cel te selecteren, klikt u op de gewenste waarde en vervolgens op Accepteren.

Notities: 

  • U moet een wijziging eerst accepteren of negeren voordat u door kunt gaan naar de volgende wijziging.

  • Met de opdrachten Alles accepteren of Alles negeren kunt u alle resterende wijzigingen in één keer accepteren of negeren.

  1. Klik op > Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Als u de wijzigingen wilt selecteren die u wilt weergeven, gaat u als volgt te werk:

    • Als u alle wijzigingen die zijn bijgehouden, wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Wanneer in, klikt u op Alle in de lijst Wanneer en schakelt u vervolgens de selectievakjes Wie en Waar uit.

    • Als u de wijzigingen wilt weergeven die zijn aangebracht na een bepaalde datum, schakelt u het selectievakje Wanneer in, klikt u op Sinds datum in de lijst Wanneer en typt u vervolgens de vroegste datum waarvoor u wijzigingen wilt weergeven.

    • Als u wijzigingen wilt weergeven die door een specifieke gebruiker zijn aangebracht, schakelt u het selectievakje Wie in en klikt u vervolgens in de lijst Wie op de gebruiker van wie u de wijzigingen wilt weergeven.

    • Als u wijzigingen wilt weergeven voor een specifiek celbereik, schakelt u het selectievakje Waar in en typt u vervolgens de celverwijzing van het werkbladbereik.

  3. Als u wilt opgeven hoe de wijzigingen moeten worden weergegeven, gaat u als volgt te werk:

    • Als u de wijzigingen in het werkblad wilt markeren, schakelt u het selectievakje Wijzigingen markeren op het scherm in.

    • Als u een lijst met wijzigingen op een apart werkblad wilt maken, schakelt u het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in om het overzichtswerkblad weer te geven.

      Opmerking: Dit selectievakje is alleen beschikbaar nadat u het bijhouden van wijzigingen hebt ingeschakeld en u het bestand hebt opgeslagen met ten minste één wijziging die kan worden bijgehouden.

Als u het bijhouden van wijzigingen uitschakelt, wordt het wijzigingsoverzicht verwijderd. Als u een kopie van deze gegevens wilt bewaren, gaat u als volgt te werk om het overzichtswerkblad af te drukken of naar een andere werkmap te kopiëren:

  1. Klik op Controleren > Wijzigingen bijhouden > Wijzigingen markeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Schakel onder Wijzigingen markeren het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in de lijst Wanneer op Alle.

  3. Schakel de selectievakjes Wie en Waar uit.

  4. Schakel het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in.

  5. Klik op OK.

  6. U kunt nu afdrukken of de geschiedenis kopiëren naar een andere werkmap.

Wanneer u wijzigingen markeert terwijl u werkt, worden alle revisies (zoals wijzigingen, ingevoegde gegevens en verwijderde gegevens) gemarkeerd met een markeerkleur.

  1. Klik op > Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Schakel in het dialoogvenster Wijzigingen markeren het selectievakje Wijzigingen bijhouden tijdens bewerken in. Hiermee maakt u van de werkmap een gedeelde werkmap en markeert u de wijzigingen die u of andere gebruikers aanbrengen.

  3. Schakel onder Wijzigingen markeren het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in de lijst Wanneer op de gewenste optie.

  4. Als u wilt opgeven voor welke gebruikers u de wijzigingen wilt markeren, schakelt u het selectievakje Wie in en klikt u in de lijst Wie op de gewenste optie.

  5. Als u het werkbladgebied wilt opgeven waarin wijzigingen moeten worden gemarkeerd, schakelt u het selectievakje Waar in en typt u vervolgens in het vak Waar de celverwijzing naar het werkbladgebied.

  6. Zorg ervoor dat het selectievakje Wijzigingen markeren op het scherm is ingeschakeld.

  7. Klik op OK. Sla de werkmap op wanneer daarom wordt gevraagd.

  8. Breng op het werkblad de gewenste wijzigingen aan. Houd er rekening mee dat sommige wijzigingen, zoals opmaak, niet worden bijgespoord en daarom niet zijn gemarkeerd met een markeringskleur.

Als u niet langer wilt dat wijzigingen worden gemarkeerd, kunt u het markeren van wijzigingen uitschakelen.

  1. Klik op > Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Schakel in het dialoogvenster Wijzigingen markeren het selectievakje Wijzigingen bijhouden tijdens bewerken uit.

  1. Klik op Controleren > Wijzigingen bijhouden > Wijzigingen markeren.

    In nieuwere versies van Excel is de knop Wijzigingen bijhouden verborgen. U kunt de knop als volgt weer zichtbaar maken.

  2. Schakel onder Wijzigingen markeren het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in de lijst Wanneer op Alle.

  3. Schakel de selectievakjes Wie en Waar uit.

  4. Schakel het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in.

  5. Klik op OK.

  6. Klik in het overzichtswerkblad op de filterpijlen naast de kolomlabels om de gewenste informatie te vinden.

Opmerking: Als u de werkmap opslaat, wordt het overzichtswerkblad verborgen. Als u het overzichtswerkblad wilt weergeven nadat u de werkmap hebt opgeslagen, moet u het werkblad opnieuw weergeven door in het dialoogvenster Wijzigingen markeren het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in te schakelen.

Met de functie Wijzigingen bijhouden in Excel voor Mac kunt u informatie bijhouden, onderhouden en weergeven over de wijzigingen die in een gedeelde werkmap.

Belangrijk: 

  • De knop Wijzigingen bijhouden is niet meer beschikbaar op het lint in de nieuwere versies van Excel voor Mac. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst Wijzigingen bijhouden toevoegen aan het lint. Zie De knop Wijzigingen bijhouden toevoegen aan het lint voor meer informatie.

  • Het bijhouden van wijzigingen is alleen beschikbaar in gedeelde werkmappen. In feite wordt een werkmap automatisch een gedeelde werkmap wanneer u het bijhouden van wijzigingen inschakelt. Hoewel een gedeelde werkmap gewoonlijk wordt opgeslagen op een locatie die ook toegankelijk is voor andere gebruikers, kunt u ook wijzigingen bijhouden in een lokale kopie van een gedeelde werkmap.

De knop Wijzigingen bijhouden toevoegen aan het lint

Als u de knop Wijzigingen bijhouden op het lint wilt toevoegen, moet u een aangepaste groep maken en vervolgens de knop toevoegen aan de groep.

  1. Klik Excel > voorkeuren > lint & werkbalk.

    Office 2016 voor Mac, werkbalkvoorkeuren lint
  2. Selecteer onder Het lint aanpassenonder Hoofdtabbladende optie Controleren.

  3. Klik onder de lijst Hoofdtabbladen op Office 2016 voor Mac, Lint aanpassen, knop Toevoegenen selecteer Nieuwe groep.

  4. U kunt nu de naam van deze aangepaste groep wijzigen. Selecteer Nieuwe groep (aangepast),klik Office2016_for_Mac_Customize_Ribbon_Settings > Naam wijzigen > en typ een naam in het vak Weergavenaam en klik op Opslaan.

  5. Selecteer onder Opdrachten kiezen uit de optie Hoofdtabbladenen selecteer vervolgens in de lijst Controleren >Wijzigingen > Wijzigingen bijhouden (verouderd)en klik vervolgens op > (pijl toevoegen) om het item onder de aangepaste groep te verplaatsen die u hebt gemaakt.

    Klik op Wijzigingen bijhouden (verouderd) en klik > om de optie onder het tabblad Controleren te verplaatsen

  6. Klik op Opslaan en sluit Excel dialoogvenster Voorkeuren.

    U ziet de optie Wijzigingen bijhouden (verouderd) op het tabblad Controleren op het lint.

    Optie Wijzigingen bijhouden (verouderd) op het lint

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

  2. Schakel de optie Wijzigingen bijhouden tijdens het bewerken in of uit. Hiermee deelt u ook uw werkmap in.

    Hiermee maakt u van de werkmap een gedeelde werkmap en markeert u de wijzigingen die u of andere gebruikers aanbrengen. Als u het selectievakje uitwijst, ontvangt u een bericht dat met deze actie de werkmap wordt verwijderd uit gedeeld gebruik.

Wanneer u wijzigingen markeert terwijl u werkt, Excel revisies (zoals wijzigingen, invoegingen en verwijderingen) met een markeringskleur.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

  2. Selecteer de optie Wijzigingen bijhouden tijdens het bewerken. Hiermee deelt u ook uw werkmap in.

  3. Schakel onder Markeren welke wijzigingenworden gewijzigd het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in de vervolgkeuzelijst op de gewenste optie.

  4. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    Opgeven

    Werkwijze

    De gebruikers voor wie u wijzigingen wilt markeren

    Schakel het Wie in en klik in Wie menu op de balk.

    Het bladgebied waarin u wijzigingen wilt gemarkeerd

    Schakel het selectievakje Waar in en typ vervolgens in het vak Waar de celverwijzing van het bladbereik.

    Tip: U kunt ook klikken op het pictogram Dialoogvenster Samenvvllen aan de rechterkant van het vak Waar en vervolgens het bereik selecteren dat u op het werkblad wilt gebruiken. Nadat u klaar bent, klikt u nogmaals op Dialoogvenster samenvloogvenster om het hele dialoogvenster weer te geven.

  5. Controleer of het selectievakje Wijzigingen op het scherm markeren is ingeschakeld.

  6. Klik op OK.

    Als u wordt gevraagd de werkmap op te slaan, klikt u op OK.

  7. Op het blad kunt u de beste wijzigingen aanbrengen.

    Opmerking: Bepaalde wijzigingen, zoals wijzigingen in de opmaak, worden niet bijgehouden en daarom ook niet gemarkeerd met een markeerkleur.

Wanneer u niet meer wilt dat wijzigingen worden gemarkeerd, kunt u stoppen met het markeren van wijzigingen.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

  2. Het selectievakje Wijzigingen op het scherm markeren uit.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

    Opmerking: Als het bijhouden verandert tijdens het bewerken. Hiermee deelt u ook uw werkmap is niet geselecteerd, Excel geen wijzigingsgeschiedenis voor de werkmap heeft opgenomen.

  2. Als u de wijzigingen wilt selecteren die u wilt zien, gaat u als volgt te werk:

    Items die u wilt weergeven

    Doe het volgende

    Alle wijzigingen die zijn bijgespoord

    Schakel het selectievakje Wanneer in het snelmenu Wanneer in en schakel de selectievakjes Wie en Waar uit.

    Wijzigingen die zijn aangebracht na een bepaalde datum

    Schakel het selectievakje Wanneer in, klik op Sinds datum in de lijst Wanneer en typ de vroegste datum waarvoor u wijzigingen wilt weergeven.

    Wijzigingen die zijn aangebracht door een specifieke gebruiker

    Schakel het Wie in en klik vervolgens in de Wie op de gebruiker van wie u de wijzigingen wilt weergeven.

    Wijzigingen in een specifiek cellenbereik

    Schakel het selectievakje Waar in en typ de celverwijzing van het bladbereik.

  3. U kunt ook aan de rechterkant van het vak Waar klikken op Dialoogvenster samenvloogvenster en vervolgens het bereik selecteren dat u op het werkblad wilt gebruiken. Nadat u klaar bent, klikt u nogmaals op Dialoogvenster samenvloogvenster om het hele dialoogvenster weer te geven.

  4. Als u wilt opgeven hoe u de wijzigingen wilt weergeven, gaat u op een van de volgende manier te werk:

    Als u dit wilt doen

    Werkwijze

    Wijzigingen op het blad markeren

    Schakel het selectievakje Wijzigingen markeren op het scherm in.

    Hiermee kunt u de details van een wijziging bekijken door de muisaanwijzer op een gemarkeerde cel te plaatsen.

    Een lijst met wijzigingen maken op een afzonderlijk blad

    Schakel het selectievakje Lijstwijzigingen op een nieuw blad in om het geschiedenisblad weer te geven.

    Dit selectievakje is alleen beschikbaar nadat u het bijhouden van wijzigingen hebt ingeschakeld en u het bestand hebt opgeslagen met ten minste één wijziging die kan worden bijgehouden.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen accepteren of weigeren. .

    Als u wordt gevraagd de werkmap op te slaan, klikt u op OK.

  2. Ga op een van de volgende stappen te werk in het dialoogvenster Wijzigingen selecteren in accepteren of weigeren:

    Accepteren of weigeren

    Werkwijze

    Wijzigingen die na een bepaalde datum worden aangebracht

    Schakel het selectievakje Wanneer in, klik in de lijst Wanneer op Sinds datum en typ de vroegste datum waarna u de wijzigingen wilt controleren.

    Wijzigingen die door een andere gebruiker zijn aangebracht

    Schakel het Wie in en klik vervolgens in de Wie op de gebruiker van wie u de wijzigingen wilt controleren.

    Wijzigingen die door alle gebruikers worden aangebracht

    Het selectievakje Wie uit.

    Wijzigingen die zijn aangebracht in een specifiek gebied

    Schakel het selectievakje Waar in en typ de celverwijzing van het bladbereik.

    U kunt ook aan de rechterkant van het vak Waar klikken op Dialoogvenster samenvloogvenster en vervolgens het bereik selecteren dat u op het werkblad wilt gebruiken. Nadat u klaar bent, klikt u nogmaals op Dialoogvenster samenvloogvenster om het hele dialoogvenster weer te geven.

    Wijzigingen in de hele werkmap

    Het selectievakje Waar uit.

  3. Klik op OK en bekijk de informatie over elke wijziging in het dialoogvenster Wijzigingen accepteren of negeren.

    De informatie bevat andere wijzigingen die worden beïnvloed door de wijzigingen die u aan te brengen. U kunt schuiven om alle informatie die u nodig hebt, weer te geven.

  4. Klik voor elke wijziging op Accepteren ofWeigeren.

    Notities: 

    • Als u wordt gevraagd een waarde voor een cel te selecteren, klikt u op de juiste waarde en klikt u vervolgens op Accepteren.

    • U moet een wijziging eerst accepteren of negeren voordat u door kunt gaan naar de volgende wijziging.

    • Met de opdrachten Alles accepteren of Alles negeren kunt u alle resterende wijzigingen in één keer accepteren of negeren.

    • Alle wijzigingen moeten worden opgeslagen voordat ze op het geschiedenisblad kunnen worden weergegeven.

    • Wanneer u een wijziging weigert, wordt de afwijzing in het geschiedenisblad opgenomen met 'Ongedaan maken' of 'Resultaat van geweigerde actie' in de kolom Actietype. Zie Het geschiedenisblad weergeven voor meer informatie om het geschiedenisblad weer te geven.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

    Opmerking: Als het bijhouden verandert tijdens het bewerken. Hiermee deelt u ook uw werkmap het selectievakje is niet ingeschakeld, Excel geen wijzigingsgeschiedenis voor de werkmap heeft opgenomen.

  2. Schakel onder Markeren welke wijzigingenworden gewijzigd het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in het snelmenu Wanneer op Alles.

  3. Schakel de selectievakjes Wie en Waar uit.

  4. Schakel het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in en klik op OK.

  5. Klik op OK.

    Het geschiedenisblad wordt weergegeven.

  6. Klik in het geschiedenisblad op de filterpijlen naast de kolomlabels om de juiste informatie te vinden.

    Opmerking: Als u de werkmap opspart, wordt het geschiedenisblad verborgen. Als u het geschiedenisblad na het opslaan wilt weergeven, moet u het opnieuw weergeven door het selectievakje Lijstwijzigingen op een nieuw blad in te selecteren in het dialoogvenster Wijzigingen markeren.

Omdat de wijzigingsgeschiedenis wordt verwijderd wanneer u het bijhouden van wijzigen uit schakelen, wilt u mogelijk een kopie van de geschiedenis opslaan. U kunt het geschiedenisblad afdrukken of naar een andere werkmap kopiëren.

  1. Klik op het tabblad Controleren op Wijzigingen bijhoudenen klik vervolgens op Wijzigingen markeren.

  2. Schakel onder Markeren welke wijzigingen wordengewijzigd het selectievakje Wanneer in en klik vervolgens in de lijst Wanneer op Alles.

  3. Schakel de selectievakjes Wie en Waar uit.

  4. Schakel het selectievakje Wijzigingen weergeven op een nieuw werkblad in.

  5. Klik op OK.

    Tips: 

    • Als u het geschiedenisblad wilt afdrukken, klikt u op Afdrukken in het menu Bestand, selecteert u de beste afdrukopties en klikt u vervolgens op Afdrukken.

    • Als u het geschiedenisblad naar een andere werkmap wilt kopiëren, gaat u als volgt te werk:

    • Houd Control ingedrukt en klik op het tabblad Geschiedenis onder aan het geschiedenisblad en klik vervolgens op Verplaatsen of Kopiëren.

    • Klik in het gebied Naar boek op de naam van de werkmap naar wie u het blad wilt verplaatsen of klik op (nieuw boek).

    • Schakel het selectievakje Een kopie maken in en klik op OK.

    • Sla de werkmap op die het gekopieerde geschiedenisblad bevat.

U kunt het bijhouden van wijzigingen gebruiken om gegevens over wijzigingen in een werkmap op te slaan telkens wanneer u een werkmap ops slaan. Deze wijzigingsgeschiedenis kan u helpen bij het identificeren van wijzigingen die zijn aangebracht in de gegevens in de werkmap en u kunt deze wijzigingen vervolgens accepteren of weigeren.

Het bijhouden van wijzigingen is vooral handig wanneer meerdere gebruikers een werkmap bewerken. Het is ook handig als u een werkmap inzendt bij revisoren voor opmerkingen en vervolgens de invoer die u ontvangt wilt samenvoegen in één kopie van die werkmap, met de wijzigingen en opmerkingen die u wilt behouden.

Wanneer wijzigingen worden aangebracht in de gedeelde werkmap, kunt u de wijzigingsgeschiedenis rechtstreeks op het blad of op een afzonderlijk geschiedenisblad bekijken. In beide gevallen kunt u meteen de details van elke wijziging bekijken. U kunt bijvoorbeeld zien wie de wijziging heeft aangebracht, welk type wijziging is aangebracht, wanneer de wijziging is aangebracht, welke cellen zijn gewijzigd en welke gegevens zijn toegevoegd of verwijderd.

Wanneer u het bijhouden van wijzigen gebruikt, moet u rekening houden met het volgende:

  • Het bijhouden van wijzigingen verschilt van de bewerking ongedaan maken en maakt geen back-upkopie    

    Misschien gaat u ervan uit dat bij het bijhouden van wijzigingen een back-up van de werkmap wordt gemaakt voordat er wijzigingen worden aangebracht of dat u de bijgehouden wijzigingen ongedaan kunt maken. U kunt de wijzigingsgeschiedenis helaas niet gebruiken om wijzigingen terug te draaien door deze ongedaan te maken of door een eerdere versie van de werkmap te herstellen. Het geschiedenisblad bevat echter een record van alle verwijderde gegevens, zodat u die gegevens terug kunt kopiëren naar de oorspronkelijke cellen in de gedeelde werkmap.

    Omdat de functie voor het bijhouden van wijzigingen niet is ontworpen om u te helpen bij het herstellen van eerdere versies van de werkmap, is het verstandig om back-ups te blijven maken van elke werkmap waarin het bijhouden van wijzigingen is ingeschakeld.

  • Bepaalde typen wijzigingen worden niet bijgehouden    

    Wijzigingen die u aanbrengt in de inhoud van de cel worden bijgehouden, maar andere wijzigingen, zoals wijzigingen in de opmaak, worden niet bijgehouden. Sommige Excel zijn niet beschikbaar in gedeelde werkmappen en kunnen daarom niet worden bijgeboekt.

  • De wijzigingsgeschiedenis wordt alleen bewaard voor een bepaald interval    

    Wanneer u het bijhouden van wijzigen in- of uitwisselt, wordt de wijzigingsgeschiedenis standaard 30 dagen bewaard om de grootte van de werkmap beheerbaar te houden. U kunt echter het aantal dagen van de wijzigingsgeschiedenis die u wilt behouden, verhogen of verlagen. Als u het wijzigingsoverzicht voor onbeperkte tijd wilt bewaren, kunt u een groot aantal dagen opgeven. U kunt ook periodieke kopieën van de gegevens in het wijzigingsoverzicht maken.

  • Het oudste deel van de wijzigingsgeschiedenis wordt regelmatig verwijderd    

    Door Excel wordt bepaald welk gedeelte van het wijzigingsoverzicht moet worden bewaard door terug te tellen vanaf de huidige datum. Telkens wanneer u de werkmap sluit, worden die gedeelten van het overzicht gewist die ouder zijn dan het ingestelde aantal dagen vanaf de laatste keer dat de werkmap is opgeslagen.

    Als u het wijzigingsoverzicht bijvoorbeeld hebt ingesteld op 30 dagen en u de werkmap pas na twee maanden weer opent, wordt het wijzigingsoverzicht van twee maanden geleden weergegeven. Wanneer u deze werkmap echter sluit, wordt de geschiedenis van de afgelopen 30 dagen (31 tot 60 dagen geleden) verwijderd.

Belangrijk: Als u het bijhouden van wijzigingen uitschakelt of het delen van de werkmap beëindigt, wordt het wijzigingsoverzicht permanent verwijderd.

In Excel kunt u het opgeslagen wijzigingsoverzicht op de volgende manieren weergeven en gebruiken.

  • Markering op het scherm    

    Excel kunt gewijzigde gebieden in een andere kleur voor elke gebruiker weergeven en de basisdetails weergeven als een opmerking wanneer u de aanwijzer op elke gewijzigde cel zet. Markering op het scherm is handig als een werkmap niet veel wijzigingen bevat of wanneer u in één oogopslag wilt zien wat er is gewijzigd.

  • Een wijzigingsoverzicht bijhouden     

    Excel kunt een afzonderlijk geschiedenisblad weergeven met een afdrukbare lijst met wijzigingsdetails waarop u kunt filteren om de wijzigingen te vinden waarin u geïnteresseerd bent. Het geschiedenisblad is handig wanneer een werkmap veel wijzigingen bevat of wanneer u wilt onderzoeken wat er is gebeurd in een reeks wijzigingen.

  • Revisie wijzigen    

    In Excel kunt de wijzigingen in de juiste volgorde stapsgewijs doorlopen waarbij u voor elke wijziging bepaalt of u deze wilt accepteren of negeren. Deze methode is handig wanneer u opmerkingen van anderen evalueert.

Meer hulp nodig?

U kunt altijd uw vraag stellen aan een expert in de Excel Tech Community of ondersteuning vragen in de Answers-community.

Meer hulp nodig?

Uw vaardigheden uitbreiden

TRAINING VERKENNEN >

Als eerste nieuwe functies krijgen

DEELNEMEN AAN MICROSOFT 365 INSIDERS >

Was deze informatie nuttig?

Hoe tevreden bent u met de taalkwaliteit?
Wat heeft uw ervaring beïnvloed?

Hartelijk dank voor uw feedback.

×