Als u een extern toetsenbord gebruikt met de PowerPoint voor iPad, kunt u toetscombinaties gebruiken om snel te navigeren. U kunt snel tussen gebieden wisselen en taken uitvoeren. De toetscombinaties in dit artikel zijn gebaseerd op de Amerikaanse toetsenbordindeling voor de Mac of iOS.
Notities:
-
Als voor een sneltoets twee of meer toetsen tegelijk moeten worden ingedrukt, worden de toetsen in dit hoofdstuk gescheiden door een plusteken (+). Als toetsen direct na elkaar moeten worden ingedrukt, worden de toetsen gescheiden door een komma (,).
-
U kunt de invoegpositie naar verschillende gebieden in PowerPoint voor iPad verplaatsen (bijvoorbeeld van het lint naar het deelvenster Miniaturen) door de focus naar een knop te verplaatsen en op Shift+Pijl-rechts (heen) of Shift+Pijl-links (terug) te drukken.
-
PowerPoint voor iPad is een mobiele toepassing, dus de toetscombinaties en navigatie kunnen afwijken van die in PowerPoint 2016.
In dit onderwerp
Veelgebruikte sneltoetsen
In deze tabel worden de meestgebruikte toetscombinaties voor PowerPoint voor iPad getoond.
Handeling |
Druk op |
Een nieuwe dia invoegen |
Command+Shift+N |
Geselecteerde tekst, dia of object verwijderen |
Del |
Geselecteerde inhoud knippen en naar het Klembord kopiëren |
Command+X |
De laatste bewerking ongedaan maken |
Command+Z |
De geselecteerde inhoud naar het Klembord kopiëren |
Command+C |
Gekopieerde of geknipte inhoud plakken |
Command+V |
Alle tekst selecteren |
Command+A |
Geselecteerde inhoud vet maken |
Command+B |
Geselecteerde inhoud cursief maken |
Command+I |
Geselecteerde inhoud onderstrepen |
Command+U |
Het woord links selecteren |
Shift+Option+Pijl-links |
Het woord rechts selecteren |
Shift+Option+Pijl-rechts |
Een nieuwe dia maken |
Command+Shift+N |
De invoegpositie verplaatsen binnen tijdelijke aanduidingen en notities
Handeling |
Druk op |
Eén teken naar rechts gaan |
Pijl-rechts |
Eén teken naar links gaan |
Pijl-links |
Eén woord naar rechts gaan |
Command+Pijl-rechts |
Eén woord naar links gaan |
Command+Pijl-links |
Eén regel omhoog gaan |
Pijl-omhoog |
Eén regel omlaag gaan |
Pijl-omlaag |
Naar het begin van de regel gaan |
Command+Pijl-links |
Naar het einde van de regel gaan |
Command+Pijl-rechts |
Naar het begin van de tijdelijke aanduiding of notitie gaan |
Command+Pijl-omhoog |
Naar het einde van de tijdelijke aanduiding of notitie gaan |
Command+End |
Inhoud selecteren
Handeling |
Druk op |
Het teken rechts selecteren |
Shift+Pijl-rechts |
Het teken links selecteren |
Shift+Pijl-links |
Het woord rechts selecteren |
Shift+Command+Pijl-rechts |
Het woord links selecteren |
Shift+Command+Pijl-links |
Eén regel hoger selecteren |
Shift+Pijl-omhoog |
Eén regel lager selecteren |
Shift+Pijl-omlaag |
Eén alinea hoger selecteren |
Shift+Command+Pijl-omhoog |
Eén alinea lager selecteren |
Shift+Command+Pijl-omlaag |
Alles selecteren binnen de tijdelijke aanduiding of notitie |
Command+A |
Selecteren vanaf de huidige positie tot het begin van de regel |
Shift+Command+Pijl-links |
Selecteren vanaf de huidige positie tot het einde van de regel |
Shift+Command+Pijl-rechts |