Je instellingen configureren

Een microfoon selecteren

Standaard gebruikt Dragon Copilot de microfoon die in je systeem- of browserinstellingen is ingesteld voor dicteren en omgevingsopnamen. Om te bepalen welke microfoon Dragon Copilot gebruikt, selecteer je het microfoonpictogram rechtsboven, of het instellingenpictogram rechtsboven en kies je Microfoon. Selecteer in de lijst met beschikbare microfoons de microfoon die je wilt gebruiken.

Dragon Copilot onthoudt je voorkeur voor de versie waarmee je werkt (bijvoorbeeld web of desktop) en gebruikt dezelfde microfoon bij je volgende aanmelding.  Als je voorkeursmicrofoon niet beschikbaar is, wordt de microfoon gebruikt die in je systeem- of browserinstellingen is geconfigureerd.

Zet Knoppen inschakelenaan om de knoppen op de geselecteerde microfoon te activeren. Deze optie is ook beschikbaar in een banner bovenaan de app wanneer je een PowerMic- of SpeechMike-apparaat aansluit en knopondersteuning op dat moment is uitgeschakeld. Als Dragon Copilot en Dragon Medical One tegelijk draaien en je gebruikt een PowerMic of SpeechMike om in Dragon Copilot te dicteren, krijg je een waarschuwing over mogelijke microfoonconflicten. Zie Probleemoplossingvoor instructies over hoe je op deze waarschuwing reageert.

Microfoonknoppen configureren

Versnel je werkstroom door de knoppen op je microfoon te gebruiken om bepaalde acties in Dragon Copilot te activeren. Om te bepalen welke acties aan de knoppen van je microfoon zijn toegewezen, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven en kies je Microfoonknoppen.

De knoppen van de volgende apparaten kunnen worden geconfigureerd:

• Nuance PowerMic III

• Nuance PowerMic 4

• Philips SpeechMike

Ga als volgt te werk:

1. Selecteer de microfoon waarvoor je de knoppen wilt configureren.

2. Druk op een knop van je microfoon om automatisch naar de bijbehorende knop in de sectie Knopacties te gaan (of navigeer handmatig naar een knop in de sectie Knopacties ) en kies een actie uit de lijst. Kies je Sneltoets indrukken, voer dan de toetsencombinatie in die je aan de knop wilt toewijzen.

Wil je de knopacties terugzetten naar de instellingen van je beheerder, selecteer dan rechtsonder Standaardinstellingen herstellen .

Toetsenbordsneltoetsen

Om sneltoetsen toe te wijzen aan veelgebruikte acties in Dragon Copilot, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven en kies je Algemeen > Sneltoetsen. In de velden zijn de standaardsneltoetsen al ingevuld.

Om een eigen sneltoets aan een actie toe te wijzen, selecteer je het veld naast de actie die je wilt configureren en druk je op de gewenste toetsencombinatie.

De volgende sneltoetsen worden ondersteund:

• Enkele toetsen: ESC of F1-F10

• Een combinatie van toetsen: CTRL/CMD en/of ALT/OPTION, met of zonder SHIFT, plus SPATIE, A-Z, 0-9 en/of de symbolen /-+[]

Om een eigen sneltoets terug te veranderen naar de standaardsneltoets, verwijder je je sneltoets. De standaardsneltoets verschijnt dan weer. Wil je alle aangepaste sneltoetsen terugzetten naar standaard, selecteer dan onderaan Standaardinstellingen herstellen .

Veldscheidingstekens

Om de scheidingstekens in je teksten in te stellen waar je via spraak naartoe kunt navigeren en die je kunt bewerken, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven en kies je Algemeen > Tekstveldscheidingstekens . Voer maximaal 5 tekens in die respectievelijk het begin en het einde van het veld markeren. Het scheidingsteken voor het begin en het scheidingsteken voor het einde van het veld mogen niet identiek zijn. De standaardveldscheidingstekens zijn vierkante haken: [ en ].

Alleen Dragon Copilot bureaublad: niet-ondersteunde omgevingen

Als je wilt instellen hoe Dragon Copilot zich gedraagt wanneer je probeert te dicteren in een niet-ondersteunde omgeving, bijvoorbeeld een EHR die Dragon Copilot niet volledig ondersteunt, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven en kies je Algemeen > Niet-ondersteunde omgevingen.

Je kunt uit de volgende opties kiezen:

• Tekst toevoegen aan het klembord voor dicteren (standaardinstelling): Dragon Copilot schrijft de gedicteerde tekst in de sessie Dicteerklem als een nieuwe memo. Deze sessie is permanent bovenaan je sessielijst vastgemaakt. Je kunt de tekst kopiëren en overdragen naar jouw EPD. Het Dictaatklembord ondersteunt alle functionaliteit voor het dicteren en bewerken van tekst via spraak.

• Basisdicteren gebruiken : Dragon Copilot schrijft de gedicteerde tekst in de niet-ondersteunde omgeving waar je de cursor hebt geplaatst. Alleen basisfunctionaliteit voor dicteren is beschikbaar; navigeren, bewerken en opmaken van tekst via spraak is niet mogelijk.

Stijl en opmaak

Selecteer het instellingenpictogram rechtsboven en kies Stijl & opmaak > Stijl om de volgende stijl- en opmaakinstellingen te configureren:

• Schakel Automatische stijl in om je stijlvoorkeuren automatisch op alle toekomstige notities toe te passen. Deze instelling vind je ook op het hoofdinstellingen scherm (selecteer het instellingenpictogram rechtsboven en schakel Automatische stijlin).

• Schakel Beknopter in om je notities zo beknopt mogelijk te laten schrijven zonder de volledigheid van de medische gegevens aan te tasten. We raden aan deze optie uit te laten als je de Patiëntvriendelijk optie hebt ingeschakeld voor de sectie Geschiedenis van huidige ziekte .

• Selecteer het datum - en tijdformaat dat je in je notities wilt gebruiken.

• Stel in welke voornaamwoorden het AI-systeem in je verslagen moet gebruiken. Kies in de sectie Patiëntvoornaamwoorden voor Geslachtsspecifiek of Genderneutraal.

Om stijl en opmaak van afzonderlijke notitiesecties in te stellen, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven, kies je Stijl & opmaak > Stijl en vouw je de relevante sectiekaart uit. De configuratieopties verschillen per sectie.

Voor sommige secties kun je instellen welke sjabloon wordt gebruikt. Selecteer een sjabloon in de vervolgkeuzelijst Sjabloon ; er verschijnt een voorbeeld van de gekozen sjabloon. Als je stijl op de notitie wordt toegepast, bewerkt Dragon Copilot de inhoud van de betreffende notitiesectie zodat deze de gekozen indeling volgt. Aanpasbare sjablonen kun je bewerken; selecteer Sjabloon bewerken om de sjabloontekst in de bibliotheekte openen en aan te passen.

Inhoud en koppen van de secties van verslagen

Selecteer het instellingenpictogram rechtsboven en kies Stijl & opmaak > Secties om de inhoud en koppen van afzonderlijke notitiesecties in te stellen.

Wil je instellen of koppen worden meegenomen bij kopiëren, plakken of overdragen van notitiesecties, schakel dan Koppen overdragenin of uit.

Je kunt extra tekst definiëren die in elke sectie moet worden weergegeven, zoals een vrijwaring of handtekening. Ga als volgt te werk:

1. Vouw de relevante sectiekaart uit en schakel Extra tekst invoegenin.

2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst een tekstblok uit je bibliotheek. Er verschijnt een voorbeeld van de geselecteerde tekst; wil je deze bewerken in de bibliotheek, selecteer dan Tekst bewerken. Wil je een nieuwe tekst maken, selecteer dan Tekst maken in de vervolgkeuzelijst; hiermee ga je naar het maken van items in de bibliotheek.

3. Kies waar de tekst moet verschijnen ten opzichte van de inhoud van de notitiesectie (Voor, Na, Zowel voor als na).

Door je bibliotheek navigeren

Boven de naam van een onderdeel zie je extra informatie over het onderdeel:

• Productitems (items die standaard door Dragon Copilot worden geleverd) zijn gemarkeerd met het Dragon Copilot-pictogram . Behalve aanpasbare sjablonen zijn ze alleen-lezen en kunnen ze niet worden bewerkt.

• Gedeelde items (items gemaakt door je beheerder) zijn gemarkeerd met het gedeelde pictogram . Ze zijn alleen-lezen en kunnen niet worden bewerkt.

• Onderdelen die niet kunnen worden bewerkt, worden gemarkeerd met het hangslotpictogram .

• Onderdelen die je aan je favorieten hebt toegevoegd, worden gemarkeerd met het sterpictogram .

Met je bibliotheek werken

In de bibliotheek kun je de volgende acties uitvoeren:

• Selecteer een item om het te bekijken of te bewerken; gedeelde items en productitems (behalve aanpasbare sjablonen) zijn alleen-lezen en kunnen niet worden bewerkt.

• Maak een nieuwe tekst of prompt.

• Zoek in de bibliotheek: voer een trefwoord in het zoekveld bovenaan in; Dragon Copilot zoekt in de itemnamen, gesproken vormen en beschrijvingen. Als er niets wordt gevonden, verwijder dan eventuele filters.

• Filter de bibliotheeklijst: selecteer het filterpictogram rechts van het zoekveld bovenaan.

• Sorteer de bibliotheeklijst: selecteer het sorteerpictogram rechts van het zoekveld bovenaan.

• Voeg items toe aan je favorieten: selecteer het item om het te openen en kies dan het sterpictogram rechtsboven. Favoriete items vind je makkelijker in Dragon Copilot, omdat ze altijd bovenaan je bibliotheekmenu's staan.

• Verwijder een item: selecteer het item om het te openen en kies dan Verwijderen onderaan het formulier.

Tekstblokken maken en bewerken

Om een nieuw tekstblok te maken, doe je het volgende:

1. Selecteer Tekstenin de bibliotheek.

2. Selecteer Nieuw item onderaan.

3. Voer bovenin een naam in. Kies een naam die ondubbelzinnig is en die je gemakkelijk kunt onthouden.

4. De standaard Gesproken vorm (de spraakopdracht die je gebruikt om de tekst in te voegen tijdens het opnemen) is de naam van de tekst; je kunt die hier aanpassen. Kies een gesproken vorm die uniek en ondubbelzinnig is en die je gemakkelijk kunt onthouden en uitspreken. Als je beheerder een trefwoord voor tekstinvoeging heeft ingesteld (bijvoorbeeld invoegen), zie je dat in het veld Gesproken vorm .

5. Voer een beschrijving in (optioneel).

6. Voer in het veld Inhoud de tekst in die je wilt invoegen. Gebruik veldscheidingstekens om velden in je tekst te maken; je kunt via spraak naar deze velden navigeren en ermee werken.

7. Selecteer Opslaan.

Prompts maken en bewerken

Om een nieuwe prompt te maken, doe je het volgende:

1. Selecteer Promptsin de bibliotheek.

2. Selecteer Nieuw item onderaan.

3. Voer bovenin een naam voor het onderdeel in. Kies een naam die ondubbelzinnig is en die je gemakkelijk kunt onthouden.

4. De standaard Gesproken vorm (de spraakopdracht die je gebruikt om de prompt uit te voeren tijdens het opnemen) is Dragon gevolgd door de naam van de prompt; je kunt die hier aanpassen (behalve het prompt-trefwoord Dragon ). Kies een gesproken vorm die uniek en ondubbelzinnig is en die je gemakkelijk kunt onthouden en uitspreken.

5. Voer een beschrijving in (optioneel).

6. Voer in het veld Inhoud de prompt in. Voor richtlijnen voor het schrijven van prompts, zie: Werken met prompts.

7. Selecteer Opslaan.

Met aanpasbare sjablonen werken

Dragon Copilot biedt aanpasbare sjablonen voor de volgende secties:

• Anamnese

• Allergieën

• Fysiek examen

• Resultaten

• Procedure

• Evaluatie en plan

Als je Dragon Copilot zo wilt instellen dat de inhoud in een sectie altijd wordt gestructureerd volgens de instructies in de aanpasbare sjabloon, selecteer je het instellingenpictogram rechtsboven, kies je Stijl & opmaak > Stijl en vouw je de relevante sectiekaart uit; selecteer de aanpasbare sjabloon in de vervolgkeuzelijst Sjabloon . Selecteer Sjabloon bewerken om de sjabloontekst in de bibliotheek te openen en te bewerken.

Instructies voor het AI-systeem in het aanpasbare sjabloon worden tussen vierkante haken [ ] en accolades { } geplaatst. De tekst tussen vierkante haken [ ] is tijdelijke tekst, die wordt vervangen door informatie uit de transcriptie. De tekst tussen accolades { } vertelt het AI-systeem welke nabewerkingsstappen het moet uitvoeren nadat de tijdelijke tekst is vervangen. Voorbeeld: Behandeling: [Beschrijf kort eventuele gerelateerde behandelingen zoals leefstijladvies, medicatie of verwijzingen. Vermeld niet de naam en locatie van de apotheek] {Als er niets is opgegeven, verwijder dan deze hele regel en de koptekst}

Elk aanpasbaar sjabloon is twee keer in de bibliotheek beschikbaar: één keer als tekstblok en één keer als prompt. U kunt alleen het tekstblok bewerken. De prompt is vergrendeld, maar de bijbehorende inhoud wordt automatisch dienovereenkomstig bijgewerkt.

Om een aanpasbare sjabloon letterlijk in een sectie in te voegen, zeg je de gesproken vorm van de tekst (bijvoorbeeld allergieënsjabloon ). Als je beheerder een trefwoord voor tekstinvoeging heeft ingesteld (bijvoorbeeld 'invoegen'), moet je dat vóór of na de gesproken vorm van de tekst zeggen: Sjabloon allergieën invoegen . Neem voor meer informatie contact op met je systeembeheerder.

Als je een aanpasbare sjabloon op een sectie wilt toepassen en de AI de instructies tussen vierkante en krulhaken wilt laten volgen, ga je naar de notitiesectie en zeg je Dragon gevolgd door de gesproken vorm van de aanpasbare sjabloonprompt (bijvoorbeeld Dragon pas allergieën-sjabloon toe ). Voor meer informatie over het werken met aanpasbare sjablonen selecteer je het help-pictogram rechtsboven en kies je Resources > Jouw notities op jouw manier.

De informatie-assistent configureren

Schakel Information Assist in en configureer het als volgt:

1. Selecteer Information Assist in de lijst met beschikbare extensies.

2. Schakel Extensie inschakelen in.

3. Selecteer in de sectie Verwijzingsbronnen de bronnen die je wilt raadplegen wanneer je de AI vraagt toegang te krijgen tot externe medische referenties.