Verklaart de naam en het gegevenstype van elke parameter in een parameterquery.
Syntaxis
PARAMETERS name datatype [, name datatype [, ...]]
De declaratie PARAMETERS heeft deze argumenten:
Onderdeel |
Beschrijving |
naam |
De naam van de parameter. Toegewezen aan de eigenschap naam van het object Parameter en gebruikt voor het identificeren van deze parameter in de verzameling Parameters. U kunt naam als een tekenreeks gebruiken die in een dialoogvenster wordt weergegeven, terwijl de query wordt uitgevoerd in uw toepassing. Gebruik vierkante haken ([]) om tekst met spaties of interpunctie in te sluiten. [Prijs laag] en [Rapport beginnen met welke maand?] zijn geldige naamargumenten. |
gegevenstype |
Een van de primaire Microsoft Access SQL-gegevenstypen of hun synoniemen. |
Opmerkingen
Voor query's die u regelmatig uitvoert, kunt u een declaratie PARAMETERS gebruiken om een parameterquery te maken. Een parameterquery kan het proces van query wijzigen criteria automatiseren. Met een parameterquery moet de code de parameters geven telkens wanneer die query wordt uitgevoerd.
De declaratie PARAMETERS is optioneel, maar gaat vóór alle andere instructies, inclusief SELECT, indien opgenomen.
Als de declaratie meer dan één parameter bevat, scheidt u deze met komma's. Het volgende voorbeeld bevat twee parameters:
PARAMETERS [Low price] Currency, [Beginning date] DateTime;
U kunt in een WHERE- of HAVING-component naam wel gebruiken, maar niet gegevenstype. Het volgende voorbeeld verwacht twee parameters die moeten worden opgegeven en past vervolgens de criteria toe op records in de tabel Orders:
PARAMETERS [Low price] Currency, [Beginning date] DateTime;
SELECT OrderID, OrderAmount FROM Orders WHERE OrderAmount > [Low price] AND OrderDate >= [Beginning date];