Met de SELECT-instructie geeft u voor de Microsoft Access-database-engine aan dat gegevens uit de database moeten worden geretourneerd als een set records.
Syntaxis
SELECT [predicaat] { * | tabel.* | [tabel.]veld1 [AS alias1] [, [tabel.]veld2 [AS alias2] [, ...]]}
FROM tabelexpressie [, ...] [IN externedatabase]
[WHERE... ]
[GROUP BY... ]
[HAVING... ]
[ORDER BY... ]
[WITH OWNERACCESS OPTION]
De SELECT-instructie bevat de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Beschrijving |
predicaat |
Een van de volgende predicaten: ALL, DISTINCT, DISTINCTROW of TOP. Met het predicaat kunt u het aantal records beperken dat wordt geretourneerd. Als u dit niet opgeeft, is de standaardinstelling ALL. |
* |
Hiermee wordt aangegeven dat alle velden uit de opgegeven tabel of tabellen worden geselecteerd. |
tabel |
De naam van de tabel met de velden waaruit records worden geselecteerd. |
veld1, veld2 |
De namen van de velden met de gegevens die u wilt ophalen. Als u meerdere velden opneemt, worden deze in de aangegeven volgorde opgehaald. |
alias1, alias2 |
De namen die worden gebruikt als kolomkoppen in plaats van de oorspronkelijke kolomnamen in tabel. |
tabelexpressie |
De namen van de tabel of tabellen met de gegevens die u wilt ophalen. |
externedatabase |
De naam van de database die de tabellen in tabelexpressie bevat, als deze zich niet in de huidige database bevinden. |
Opmerkingen
Als u deze bewerking wilt uitvoeren, doorzoekt de Microsoft Access-database-engine de opgegeven tabel of tabellen, worden de gekozen kolommen opgehaald, worden de rijen geselecteerd die voldoen aan het criterium en worden de resulterende rijen in de opgegeven volgorde gesorteerd of gegroepeerd.
Met SELECT-instructies worden de gegevens in de database niet gewijzigd.
SELECT is meestal het eerste woord in een SQL-instructie. De meeste SQL-instructies zijn SELECT- of SELECT...INTO-instructies.
De minimale syntaxis voor een SELECT-instructie is:
SELECT velden FROM tabel
U kunt een sterretje (*) gebruiken om alle velden in een tabel te selecteren. In het volgende voorbeeld worden alle velden in de tabel Werknemers geselecteerd:
SELECT * FROM Employees;
Als een veldnaam in meerdere tabellen is opgenomen in de FROM-component, plaatst u de tabelnaam en de operator . (punt) hiervoor. In het volgende voorbeeld komt het veld Afdeling voor in de tabel Werknemers en de tabel Leidinggevenden. Met de SQL-instructie worden afdelingen uit de tabel Werknemers geselecteerd en namen van leidinggevenden uit de tabel Leidinggevenden:
SELECT Employees.Department, Supervisors.SupvName FROM Employees INNER JOIN Supervisors WHERE Employees.Department = Supervisors.Department;
Wanneer een Recordset-object wordt gemaakt, gebruikt de Microsoft Access-database-engine de veldnaam van de tabel als de naam van het veldobject in het object Recordset. Als u een andere veldnaam wilt gebruiken of er geen naam is geïmpliceerd door de expressie waarmee het veld is gegenereerd, gebruikt u het gereserveerd woord AS. In het volgende voorbeeld wordt de titel Geboortedatum gebruikt als naam voor het geretourneerde Field-object in het resulterende Recordset-object:
SELECT BirthDate AS Birth FROM Employees;
Wanneer u statistische functies gebruikt of query's waarmee dubbelzinnige of dubbele namen van Field-objecten worden geretourneerd, gebruikt u de component AS om een andere naam op te geven voor het Field-object. In het volgende voorbeeld wordt de titel AantalPersonen gebruikt als naam voor het geretourneerde Field-object in het resulterende Recordset-object:
SELECT COUNT(EmployeeID) AS HeadCount FROM Employees;
Met de andere componenten in een SELECT-instructie kunt u de geretourneerde gegevens verder beperken en ordenen. Zie het Help-onderwerp voor de component die u gebruikt, voor meer informatie.