Een sensor gebruiken in Windows 7

Wat is een sensor?

Sensoren zijn hardwareonderdelen die uw computer kunnen voorzien van informatie over de locatie, omgeving en meer van uw computer. Programma's op de computer kunnen toegang krijgen tot informatie van sensoren, om deze vervolgens op te slaan of te gebruiken om u te helpen bij uw dagelijkse taken of om uw computerervaring te verbeteren. Er zijn twee typen sensoren:

• Sensoren die in de computer zijn geïntegreerd

• Sensoren die met de computer zijn verbonden via een bekabelde of draadloze verbinding

Een voorbeeld van een sensor is een locatiescanner, zoals een GPS-ontvanger, die de huidige locatie van de computer kan detecteren. Vervolgens kan dat programma die locatie gebruiken om u informatie te geven over restaurants in de buurt of een routebeschrijving naar de volgende bestemming. Een op de computer geïnstalleerde lichtsensor kan het licht in uw omgeving detecteren en de helderheid van het scherm dienovereenkomstig aanpassen.

Locatiesensoren en andere sensoren gebruiken

Met behulp van sensoren kunnen programma's op uw computer informatie en services aanpassen op basis van de huidige locatie van uw computer, omgeving, en nog veel meer. Bijvoorbeeld: met een locatiesensor en uw computer kunt u een nabijgelegen restaurant vinden, een routebeschrijving opvragen naar dat restaurant, de routebeschrijving naar een vriend sturen en de aanwijzingen op een kaart volgen wanneer u onderweg bent naar uw bestemming.

Programma's kunnen toegang krijgen tot informatie van een sensor wanneer deze op de computer is geïnstalleerd en ingeschakeld. Programma's kunnen die informatie vervolgens opslaan of gebruiken om u te helpen bij uw dagelijkse taken of om uw computerervaring te verbeteren. Schakel de sensor uit als u wilt voorkomen dat alle programma's en gebruikersaccounts toegang krijgen tot informatie van de sensor.

Omdat sommige programma's persoonlijke informatie via netwerkverbindingen kunnen verzenden, kunt u een sensor alleen uitschakelen als u bij Windows bent aangemeld met een beheerdersaccount.

U kunt de toegang tot persoonlijke gegevens over bepaalde gebruikers op uw computer beperken.  

Welke invloed heeft een sensor op mijn privacy?

Als een sensor is ingeschakeld, hebben alle programma's en gebruikers op de computer standaard toegang tot de informatie van die sensor. U wordt gewaarschuwd als programma's toegang krijgen tot informatie over uw locatie door het pictogram Locatiesensoren en andere sensoren tijdelijk in het systeemvak weer te geven. Dit pictogram wordt de eerste keer weergegeven als een programma of service toegang heeft tot de locatie van uw computer via de informatie van een sensor.

Sommige programma's zijn in staat zonder toestemming persoonlijke gegevens (zoals uw locatie) van sensoren te gebruiken. U kunt de toegang van programma's tot informatie van sensoren per gebruikersaccount beperken.  

Wijzigen wie toegang kan krijgen tot informatie van een sensor

U kunt beperkingen instellen voor programma's of services (die voor alle gebruikersaccounts op de achtergrond worden uitgevoerd), om te voorkomen dat deze toegang krijgen tot gegevens van sensoren. Als u de eerste keer een sensor inschakelt, hebben alle programma's en services standaard toegang tot de informatie van die sensor. Dit geldt voor alle gebruikersaccounts. U kunt per gebruikersaccount beperkingen voor programma's instellen, om te voorkomen dat deze van dergelijke gegevens gebruikmaken. U kunt ook instellen dat services geen informatie van sensoren kunnen krijgen, maar dit geldt voor alle gebruikersaccounts tegelijk.

1. Open Locatie en Andere sensoren door op de knop Start en klik vervolgens op Configuratiescherm. Typ in het zoekvak sensorenen klik vervolgens op Locatie en Andere sensoren. 

   Opmerking: Er moet ten minste één sensor zijn geïnstalleerd voordat u gebruikersinstellingen voor sensoren kunt wijzigen.

2. Klik in het linkerdeelvenster op Instellingen wijzigen.

3. Klik in de lijst onder Sensor op de sensor waarvoor u de gebruikersinstellingen wilt wijzigen.

4. Selecteer onder Toegang het selectievakje naast een gebruikersnaam om toegang te geven of schakel het selectievakje uit om toegang te weigeren. Klik vervolgens op OK. Als u wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of -bevestiging, typt u het wachtwoord of geeft u een bevestiging.

Een sensor in- of uitschakelen

Programma's kunnen informatie van een sensor gebruiken nadat deze ingeschakeld. U kunt sensoren die op de computer zijn geïnstalleerd, in- of uitschakelen via Locatiesensoren en andere sensoren in Configuratiescherm. Als u een sensor uitschakelt, is deze niet volledig uitgezet. Sommige programma's kunnen ook van uitgeschakelde sensoren nog informatie krijgen.

Als een sensor is ingeschakeld, hebben alle gebruikers en programma's van uw computer standaard toegang tot de gegevens erop. De eerste keer dat een programma of service toegang heeft tot de locatie van uw computer via een sensor, wordt tijdelijk het pictogram Locatiesensoren en andere sensoren in het systeemvak weergegeven.  

Een sensor installeren of verwijderen

Raadpleeg de informatie die is meegeleverd bij de pc of ga naar de website van de fabrikant van de pc. Nadat u een sensor hebt geïnstalleerd, moet u deze inschakelen. Hierdoor kunnen programma's toegang krijgen tot de informatie van de sensor.