Op de pagina Met instellingen voor Windows-kleurbeheer (in Instellingen > Systeem > Weergaveprofiel > Kleur) kunnen gebruikers kleurprofielen toevoegen of verwijderen, standaardkleurprofielen instellen voor de aangesloten beeldschermen, toegang krijgen tot beeldschermkalibratie en automatisch kleurbeheer inschakelen.
Een kleurprofiel toevoegen
-
Ga naar Instellingen > Systeem > Weergave > Kleurprofiel > Kleurbeheer.
-
Selecteer op de pagina Kleurbeheerinstellingen het beeldscherm waarvoor u kleurprofielen wilt beheren.
-
Voeg een nieuw kleurprofiel toe door op Profiel toevoegen te klikken en een kleurprofiel te zoeken.
Een kleurprofiel verwijderen
-
Ga naar Instellingen > Systeem > Weergave > Kleurprofiel > Kleurbeheer.
-
Selecteer op de pagina Kleurbeheerinstellingen het beeldscherm waarvoor u kleurprofielen wilt beheren.
-
Vouw het kleurprofiel uit dat u wilt verwijderen en klik onderaan op Verwijderen .
Een standaardkleurprofiel instellen
-
Ga naar Instellingen > Systeem > Weergave > Kleurprofiel > Kleurbeheer.
-
Selecteer op de pagina Kleurbeheerinstellingen het beeldscherm waarvoor u kleurprofielen wilt beheren.
-
Stel een van de kleurprofielen in als standaard door op Profiel instellen te klikken.
Beeldschermkalibratie
-
Ga naar Instellingen > Systeem > Weergave > Kleurprofiel > Kleurbeheer.
-
Selecteer Beeldscherm kalibreren en volg de stappen voor beeldschermkalibratie. Hiermee wordt een nieuw kleurprofiel gemaakt voor het beeldscherm waar het kalibratiehulpmiddel zich bevindt.
Automatisch kleurbeheer
Zie deze pagina voor meer informatie over automatisch kleurbeheer.