Windows-locatieservice en privacy

Hoe de locatie-instellingen werken

De locatie-instelling van het apparaat zorgt ervoor dat bepaalde Windows-functies, zoals het automatisch instellen van de tijdzone of de functie Mijn apparaat zoeken, naar behoren kunnen werken. Wanneer de locatie-instelling van het apparaat is ingeschakeld, maakt de Microsoft-locatieservice gebruik van een combinatie van Global Positioning Service (GPS), Wi-Fi-toegangspunten in de buurt, zendmasten en uw IP-adres om de locatie van uw apparaat te bepalen. Afhankelijk van de mogelijkheden van uw apparaat kan de locatie van uw apparaat met verschillende maten van nauwkeurigheid en in sommige gevallen exact worden bepaald.

Als u de locatie-instelling van het apparaat hebt ingeschakeld, verzendt uw apparaat niet-geïdentificeerde locatiegegevens (inclusief gegevens van draadloze toegangspunten, mobiele torengegevens en nauwkeurige GPS-locatie, indien beschikbaar) naar Microsoft nadat gegevens die de persoon of het apparaat identificeren, zijn verwijderd voordat u het apparaat verlaat. Deze niet-geïdentificeerde kopie van locatiegegevens wordt gebruikt om microsoft-locatieservices te verbeteren en in sommige gevallen gedeeld met onze partners van onze locatieserviceprovider, momenteel HEREen Skyhook, om de locatieservices van de provider te verbeteren.

Bovendien kan elke gebruiker op het apparaat, met deze instelling ingeschakeld, toestaan dat apps de locatie en locatiegeschiedenis van hun apparaat gebruiken om locatiebewuste services zo nauwkeurig te leveren als hun apparaat ondersteunt. Als u een specifieke app toegang tot de locatie van uw apparaat verleent op de instellingenpagina, heeft die app toegang tot de precieze locatie-informatie. Als u dat niet doet, dan zijn de locatiegegevens die aan de app worden doorgegeven minder nauwkeurig. Wanneer uw locatie door een locatiebewuste app of Windows-service of -functie wordt gebruikt, worden uw locatiegegevens en recente locatiegeschiedenis opgeslagen op uw apparaat.

Wanneer een app of functie toegang heeft tot de locatie van het apparaat en als u bent aangemeld met uw Microsoft-account, worden uw laatst bekende locatiegegevens ook opgeslagen in de cloud, waar deze op uw apparaten beschikbaar zijn voor andere apps of services die gebruikmaken van uw Microsoft-account en waarvoor u toestemming hebt verleend. Als u bent ingelogd met uw Microsoft-account en uw apparaat is niet in staat om op zichzelf uw huidige locatie op betrouwbare wijze te bepalen (zoals bijvoorbeeld in een gebouw of souterrain), kunnen apps of diensten uw laatst bekende locatie uit uw locatiegeschiedenis gebruiken die in de cloud is opgeslagen indien deze beschikbaar is.

Er zijn enkele uitzonderingen op de manier waarop de locatie van uw apparaat kan worden bepaald die niet direct worden beheerd door de locatie-instellingen.

Bureaublad-apps zijn een specifiek type apps die geen afzonderlijke toestemming vragen om informatie over de locatie van uw apparaat te achterhalen en die niet worden weergegeven in de lijst waarmee u apps kunt kiezen die uw locatie mogen gebruiken. Wat zijn bureaublad-apps? Deze worden meestal gedownload van het internet of geïnstalleerd vanaf een bepaald type medium (zoals een cd, dvd of USB-opslagapparaat). Ze worden gestart met een .EXE- of .DLL-bestand en worden meestal uitgevoerd op uw apparaat, in tegenstelling tot webapps (die in de cloud worden uitgevoerd).

Zelfs als u de instelling voor de locatie van het apparaat hebt uitgeschakeld, kunnen sommige apps en services van derden gebruik maken van andere technologieën (zoals Bluetooth, Wi-Fi, cellulair modem enz.) om de locatie van het apparaat met verschillende maten van nauwkeurigheid te bepalen. Microsoft eist van derden die apps ontwikkelen voor onze Microsoft Store of apps ontwikkelen met behulp van Microsoft-tools, dat zij de Windows locatie-instellingen respecteren, tenzij u de wettelijk vereiste toestemming hebt gegeven om de externe ontwikkelaar uw locatie te laten bepalen. Als u het risico verder wilt verkleinen dat een app of service uw locatie kan bepalen wanneer de locatie-instelling van het Windows-apparaat is uitgeschakeld, dan moet u alleen apps en services van vertrouwde bronnen installeren. Voor een uitgebreidere bescherming van uw locatie kunt u overwegen om de op radio gebaseerde onderdelen van uw apparaat, zoals Wi-Fi, Bluetooth, mobiele modem en GPS-onderdelen, uit te schakelen, omdat deze door apps kunnen worden gebruikt om uw exacte locatie te bepalen. Dit zal echter ook negatieve gevolgen hebben voor andere ervaringen, zoals bellen (inclusief noodoproepen), berichten, internetconnectiviteit en de verbinding met randapparatuur zoals uw hoofdtelefoon. Lees het privacybeleid van de apps en diensten die u hebt geïnstalleerd om meer te weten te komen over hoe deze de locatie van uw apparaat gebruiken.

Om het voor u gemakkelijker te maken in noodgevallen hulp te krijgen, probeert Windows bij elke noodoproep uw exacte locatie te bepalen en te delen, ongeacht uw locatie-instellingen. Bovendien heeft uw mobiele netwerkaanbieder toegang tot de locatie van uw apparaat als uw apparaat over een SIM-kaart beschikt of anderszins gebruikmaakt van een mobiele dienst.

Hoe we de database van locatieservices opbouwen

Wanneer Locatieservices is ingeschakeld, registreert Microsoft de exacte locatie van mobiele zendmasten en Wi-Fi toegangspunten als uw apparaat gps-functionaliteit heeft. Onze database kan de MAC-adressen van uw draadloze router of andere naburige Wi-Fi netwerkapparaten bevatten. Wij koppelen MAC-adressen niet persoonlijk aan u of aan de apparaten die zijn verbonden met uw netwerk.

Als u wilt voorkomen dat Microsoft de MAC-adressen van uw Wi-Fi toegangspunten in onze locatieservicesdatabase gebruikt, gaat u naar Afmelden voor locatieservices.

Hoe wij helpen om u op de hoogte te houden: het locatiepictogram

Wanneer een of meerdere apps uw apparaatlocatie momenteel gebruiken via de Windows-locatieservice, ziet u het locatiepictogram in het meldingengebied van uw taakbalk (op pc’s met Windows 10) of in de statusbalk boven aan uw scherm (op mobiele apparaten met Windows 10). Het pictogram wordt niet getoond voor geofencing.

Om het locatiepictogram te tonen of te verbergen:

Op Windows 10-pc's:

1. Ga naar Instellingen > starten > Persoonlijke instellingen > taakbalk.

2. Selecteer onder Systeemvak de optie Selecteren welke pictogrammen op de taakbalk worden weergegeven.

3. Zet de instelling voor Locatiemelding op Aan of Uit.

Op Windows 10 Mobile:

1. Ga naar Instellingen .

2. Selecteer Privacy > Locatie.

3. Schakel Locatiepictogram weergeven in of uit.

Als u een apparaat gebruikt dat aan u is toegewezen door uw werkplek of als u een persoonlijk apparaat gebruikt op uw werkplek, kunt u de locatie-instellingen wellicht niet wijzigen. Als dat het geval is, wordt Sommige instellingen worden beheerd door uw organisatie weergegeven boven aan de pagina met locatie-instellingen.

De locatie-instellingen beheren

Met Windows-locatie-instellingen heb je de controle over of Windows-functies toegang kunnen hebben tot de locatie van jouw apparaat en welke Windows-apps informatie over de locatie van je apparaat en locatiegeschiedenis kunnen gebruiken. Als u uw locatie-instellingen wilt controleren, gaat u naar Start > Instellingen > Privacy > Locatie.

Als u de locatiegeschiedenis wilt wissen, start u het apparaat opnieuw op of gaat u naar Start > Instellingen > Privacy > Locatie en selecteert u onder Locatiegeschiedenisde optie Wissen. Door het wissen van de locatiegeschiedenis wordt alleen de geschiedenis op het apparaat gewist. Apps die de geschiedenis hebben geopend voordat die werd gewist, kunnen de geschiedenis elders hebben opgeslagen. Raadpleeg het privacybeleid van uw app voor meer informatie.

Als u de locatiegeschiedenis wilt wissen die is opgeslagen in de cloud en is gekoppeld aan uw Microsoft-account, gaat u naar account.microsoft.com en controleert u of u bent aangemeld bij uw account. Selecteer Locatieactiviteit wissen en selecteer vervolgens Wissen.

Voor het in- of uitschakelen van de Windows-locatie-instellingen:

Op uw pc:

1. Ga naar Instellingen voor start > > Privacy > locatie.

2. Voer een van de volgende handelingen uit:

   • Als je de locatie voor het hele apparaat wilt beheren terwijl je beheerder op het apparaat bent, selecteer je Wijzigen en stel je vervolgens in de Locatie voor dit apparaat de instelling in op Aan of Uit.

   • Voor het beheren van de locatie voor alleen uw gebruikersaccount, zet u de instelling Toestaan dat apps toegang hebben tot uw locatie op Aan of Uit. Als Locatie voor dit apparaat is uitgeschakeld wordt weergegeven op de instellingspagina, kunt u de instelling Toestaan dat apps toegang hebben tot uw locatie niet inschakelen voor een individueel gebruikersaccount. (Opmerking: in eerdere versies van Windows heette deze instelling Locatieservice.)

Op Windows 10-pc's kun je de locatietegel toevoegen aan of verwijderen uit het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. U doet dit als volgt:

1. Ga naar Start >-instellingen > Systeem  > Meldingen & acties.

2. Selecteer onder Snelle acties, de optie Je snelle acties bewerken.

3. Voeg de locatietegel toe, verwijder of verplaats deze.

Op je mobiele apparaat:

1. Ga naar Instellingen > Privacy > Locatie.

2. Selecteer Locatie om deze in of uit te schakelen.

Ga als volgt te werk als je wilt wijzigen of een individuele app toegang heeft tot je precieze locatie:

1. Ga naar Instellingen voor start > > Privacy > locatie.

2. Schakel elke app in of uit onder Kies de apps die toegang hebben tot je precieze locatie. Op een apparaat kan elke persoon hetzelfde doen voor zijn/haar eigen accounts. Als Toestaan dat apps toegang hebben tot uw locatie op Uit is gezet voor uw gebruikersaccount, kan de aan/uit-schakelaar pas worden gebruikt nadat Toestaan dat apps toegang hebben tot uw locatie op Aan is gezet.

Voor het wijzigen van de standaardlocatie voor de pc, die door Windows, apps en services kan worden gebruikt wanneer een exactere locatie niet kan worden gedetecteerd:

1. Ga naar Instellingen voor start > > Privacy > locatie.

2. Selecteer onder Standaardlocatie de optie Standaardlocatie instellen.

3. De app Windows Kaarten wordt geopend. Volg de instructies voor het wijzigen van uw standaardlocatie.