Hoewel recentere versies van PowerPoint er heel anders uitzien dan eerdere versies, zijn de opdrachten en functies die u gewend bent nog steeds aanwezig. Ze bevinden zich nu allemaal op het lint. Dit is een soort menu waarmee ze visueel worden ingedeeld.
In dit onderwerp wordt eerst beschreven hoe het lint werkt. Daarna leest u hoe u de functies van uw voorkeur kunt vinden.
Werken met het lint
Wanneer u een PowerPoint document opent, wordt het lint weergegeven als een rij met labels, of wat we tabs noemen.
Wanneer u naar een tabblad gaat, wordt het lint voor dat tabblad geopend en ziet u de hulpprogramma's en functies die zich voorheen in menu's en werkbalken in eerdere versies van PowerPoint bevonden.
Als er bij een functie een pijl staat 
Mogelijk ziet u ook startprogramma's 
Inhoud van de tabbladen van het lint
Op de tabbladen van het lint zijn functies en opdrachten gegroepeerd op basis van hun doel. Als u uw dia's er bijvoorbeeld beter uit wilt laten zien, zoekt u naar opties op het tabblad Ontwerpen . De opdrachten voor het instellen van animaties in de dia vindt u op het tabblad Animaties.
Hieronder leest u meer over de inhoud van elk van de tabbladen van het lint in PowerPoint.
1. Start
Op het tabblad Start vindt u de functies Knippen en Plakken, de opties Lettertype en Alinea en opdrachten voor het toevoegen en indelen van dia's.
2. Invoegen
Klik op Invoegen om iets aan een dia toe te voegen. Dit omvat afbeeldingen, vormen, grafieken, koppelingen, tekstvakken, video en meer.
3. Ontwerpen
Op het tabblad Ontwerpen kunt u een thema of kleurenschema toevoegen of de achtergrond van de dia opmaken.
4. Overgangen
Stel in hoe uw dia's veranderen van de ene naar de volgende op het tabblad Overgangen . Zoek een galerie met de mogelijke overgangen in de groep Overgang naar deze dia – klik op Meer 
5. Animaties
Op het tabblad Animaties kunt u een choreografie opgeven voor de beweging van de elementen op een dia. Houd er rekening mee dat u veel mogelijke animaties in de galerie in de groep Animatie kunt zien en er meer kunt zien door te klikken op Meer
6. Diavoorstelling
Op het tabblad Diavoorstelling stelt u in hoe u de presentatie voor anderen wilt weergeven.
7. Controleren
Op het tabblad Controleren kunt u opmerkingen toevoegen, de spelling controleren of presentaties met elkaar vergelijken (zoals twee versies).
8. Beeld
Met weergaven kunt u een presentatie op verschillende manieren bekijken, afhankelijk van of u bezig bent met het maken of geven van de presentatie.
9. Bestand
Aan het ene uiteinde van het lint bevindt zich het tabblad Bestand , dat u gebruikt voor de dingen achter de schermen die u met een bestand doet, zoals het openen, opslaan, delen, exporteren, afdrukken en beheren van uw presentatie. Klik op het tabblad Bestand om een nieuwe weergave te openen met de naam Backstage.
Klik in de lijst aan de zijkant om te doen wat u wilt doen; Klik bijvoorbeeld op Afdrukken om de opties en instellingen voor het afdrukken van uw presentatie te vinden. Klik op Vorige 
10. Tabblad Hulpmiddelen
Wanneer u bepaalde items op een dia selecteert, zoals een afbeelding, vorm, SmartArt-afbeelding of tekstvak, wordt er tijdelijk een extra tabblad weergegeven.
In het bovenstaande voorbeeld is een vorm of tekstvak geselecteerd, zodat het tabblad Hulpmiddelen voor tekenen wordt weergegeven. Als u een afbeelding selecteert, wordt het tabblad Hulpmiddelen voor afbeeldingen weergegeven. Andere tabbladen zijn Hulpmiddelen voor SmartArt, Hulpmiddelen voor grafieken, Hulpmiddelen voor tabellen en Hulpmiddelen voor video's. Om ruimte op het lint te besparen, zijn deze tabbladen alleen zichtbaar wanneer een bijbehorend item op de dia is geselecteerd.
