Excel is een ongelofelijk krachtig hulpmiddel om grote hoeveelheden gegevens te duiden. Het kan ook heel goed worden gebruikt voor eenvoudige berekeningen en het volgen van bijna elk soort informatie. De sleutel tot al dat potentieel is het raster met cellen. Cellen kunnen getallen, tekst of formules bevatten. U zet gegevens in cellen en groepeert deze in rijen en kolommen. Op die manier kunt u uw gegevens optellen, sorteren, filteren en in tabellen zetten alsmede fraaie grafieken maken. Laten we de basisstappen doorlopen zodat u aan de slag kunt.
Excel-documenten worden werkmappen genoemd. Elke werkmap bestaat uit werkbladen die ook wel spreadsheets worden genoemd. U kunt net zoveel werkbladen toevoegen aan een werkmap als u wilt, maar ook nieuwe werkmappen maken om gegevens gescheiden te houden.
-
Klik op Bestand en klik vervolgens op Nieuw.
-
Klik bij Nieuw op de Lege werkmap.
-
Klik in een lege cel.
Bijvoorbeeld cel A1 op een nieuw blad. Er wordt naar cellen verwezen op basis van hun locatie in de rij en kolom op het werkblad. Cel A1 staat in de eerste rij van kolom A.
-
Typ tekst of een getal in de cel.
-
Druk op Enter of op Tab om naar de volgende cel te gaan.
-
Selecteer de cel of het celbereik waaraan u een rand wilt toevoegen.
-
Klik op het tabblad Start in de groep Lettertype op de pijl naast Randen en klik vervolgens op de gewenste randstijl.
Zie Celranden toepassen of verwijderen op een werkbladvoor meer informatie.
-
Selecteer de cel of het celbereik waarop u celarcering wilt toepassen.
-
Kies op het tabblad Start in de groep Lettertype de pijl naast Opvulkleur en selecteer vervolgens onder Themakleuren of Standaardkleuren de gewenste kleur.
Zie Een werkblad opmaken voor meer informatie over het toepassen van opmaak op een werkblad.
Wanneer u getallen hebt ingevoerd in het werkblad, kunt u deze optellen. Dit doet u snel en eenvoudig met AutoSom.
-
Selecteer de cel rechts van of onder de getallen die u wilt optellen.
-
Klik op het tabblad Start en klik vervolgens op AutoSom in de groep Bewerken.
Met AutoSom worden de getallen opgeteld en wordt het resultaat weergegeven in de cel die u hebt geselecteerd.
Zie AutoSom gebruiken om getallen op te tellen voor meer informatie
Het toevoegen van getallen is slechts een van de dingen die u kunt doen, maar Excel kan ook andere berekeningen uitvoeren. Probeer enkele eenvoudige formules om uw getallen op te tellen, af te trekken, te vermenigvuldigen of te delen.
-
Kies een cel en typ een gelijkteken (=).
Hiermee geeft u aan dat de cel een formule bevat.
-
Typ een combinatie van getallen en rekenkundige operatoren, zoals het plus-teken (+) om op te tellen, het min-teken (-) om af te trekken, het sterretje (*) om te vermenigvuldigen en de slash (/) om te delen.
Voer bijvoorbeeld =2+4, =4-2, =2*4 of =4/2 in.
-
Druk op Enter.
De berekening wordt nu uitgevoerd.
Als u drukt op Ctrl+Enter blijft de cursor in de actieve cel.
Zie Een eenvoudige formule maken voor meer informatie.
U kunt onderscheid maken tussen verschillende soorten getallen door gebruik te maken van een notatie, zoals valuta, percentages of datums.
-
Selecteer de cellen met getallen die u wilt opmaken.
-
Klik op het tabblad Start en klik vervolgens op de pijl in het vak Algemeen.
-
Kies een getalnotatie.
Als u de gewenste notatie niet ziet, klikt u op Meer getalnotaties. Zie Beschikbare getalnotaties voor meer informatie.
U kunt eenvoudig optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van Excel door gegevens in een tabel te zetten. Op die manier kunt u gegevens snel filteren en sorteren.
-
Selecteer de gegevens door te klikken op de eerste cel en te slepen naar de laatste cel met gegevens.
Met het toetsenbord houdt u Shift ingedrukt terwijl u drukt op de pijltoetsen om de gegevens te selecteren.
-
Klik op de knop Snelle analyse in de rechterbenedenhoek van de selectie.
-
Klik op Tabellen, plaats de cursor op de knop Tabel om een voorbeeld van de gegevens te bekijken en klik vervolgens op de knop Tabel.
-
Klik op de pijl in de tabelkop van een kolom.
-
Filter de gegevens door het selectievakje Alles selecteren in te schakelen en vervolgens de gegevens te selecteren die u in de tabel wilt opnemen.
-
Om de gegevens te sorteren klikt u op Sorteren van A naar Z of Sorteren van Z naar A.
-
Klik op OK.
Zie Een Excel-tabel maken of verwijderen voor meer informatie
Met het hulpprogramma Snelle analyse (Excel 2016 ) kunt u uw getallen snel opmaken. Of u nu een som, gemiddelde of telling wilt, in Excel ziet u de resultaten van de berekening direct onder of naast de getallen.
-
Selecteer de cellen met getallen die u wilt optellen of tellen.
-
Klik op de knop Snelle analyse in de rechterbenedenhoek van de selectie.
-
Klik op Totalen, houd de cursor boven de knoppen om de resultaten van de berekeningen te bekijken en klik op de knop om de totalen toe te passen.
Voorwaardelijke opmaak of sparklines kunnen de belangrijkste gegevens laten uitkomen en trends laten zien. Gebruik het hulpprogramma Snelle analyse (Excel 2016 ) voor een livevoorbeeld om het uit te proberen.
-
Selecteer de gegevens die u nader wilt onderzoeken.
-
Klik op de knop Snelle analyse in de rechterbenedenhoek van de selectie.
-
Experimenteer met de opties op de tabbladen Opmaak en Sparklines om het effect ervan op de gegevens te bekijken.
Kies bijvoorbeeld een kleurenschaal in de galerie Opmaak om onderscheid te maken tussen hoge, gemiddelde en lage temperaturen.
-
Als u het gewenste effect ziet, klikt u op die optie.
Meer informatie over het analyseren van trends in gegevens met behulp van sparklines.
Het hulpprogramma Snelle analyse (Excel 2016 ) raadt de juiste grafiek voor uw gegevens aan en geeft u een visuele presentatie met slechts een paar klikken.
-
Selecteer de cellen met de gegevens die u wilt weergeven in een grafiek.
-
Klik op de knop Snelle analyse in de rechterbenedenhoek van de selectie.
-
Klik op het tabblad Grafieken, houd de cursor boven de aanbevolen grafieken om te bepalen welke het beste werkt voor uw gegevens en klik op de gewenste grafiek.
Opmerking: Er worden verschillende grafieken weergegeven in deze galerie, afhankelijk van wat geschikt is voor uw gegevens.
Lees meer informatie over andere manieren om een grafiek te maken.
Uw gegevens snel sorteren
-
Selecteer een gegevensbereik, bijvoorbeeld A1:L5 (meerdere rijen en kolommen) of C1:C80 (één kolom). Het bereik kan titels bevatten die u hebt gemaakt om kolommen of rijen te identificeren.
-
Selecteer één cel in de kolom waarop u de gegevens wilt sorteren.
-
Klik op om een oplopende sortering uit te voeren (van A naar Z of van klein naar groot).
-
Klik op om een aflopende sortering uit te voeren (van Z naar A of van groot naar klein).
Sorteren op specifieke criteria
-
Selecteer in het bereik één cel waarop u wilt sorteren.
-
Kies sorteren op het tabblad Gegevens in de groep Sorteren & filter.
-
Het dialoogvenster Sorteren wordt weergegeven.
-
Selecteer in de lijst Sorteren op de eerste kolom waarop u wilt sorteren.
-
Selecteer in de lijst Sorteren op de optie Waarden, Celkleur, Tekstkleur of Celpictogram.
-
Selecteer in de lijst Volgorde de volgorde die u wilt toepassen op de sorteerbewerking: alfabetisch of numeriek in op- of aflopende volgorde (van A naar Z of van Z naar A voor tekst of van laag naar hoog of van hoog naar laag voor getallen).
Zie Gegevens in een bereik of tabel sorterenvoor meer informatie over het sorteren van gegevens.
-
Selecteer de gegevens die u wilt filteren.
-
Klik op het tabblad Gegevens, in de groep Sorteren en filteren, op Filter.
-
Klik op de pijl in de kolomkop om een lijst weer te geven waarin u een filter kunt kiezen.
-
Als u wilt selecteren op waarden, schakelt u in de lijst het selectievakje (Alles selecteren) uit. Hiermee worden de vinkjes van alle selectievakjes verwijderd. Selecteer vervolgens alleen de waarden die u wilt zien en klik op OK om de resultaten te bekijken.
Zie Gegevens in een bereik of tabel filteren voor meer informatie over het filteren van gegevens.
-
Klik op de knop Opslaan op de werkbalk Snelle toegang of druk op Ctrl+S.
Als u uw werk al eerder hebt opgeslagen, is dit alles.
-
Als dit de eerste keer is dat u dit bestand opslaat:
-
Kies onder Opslaan als waar u de werkmap wilt opslaan en blader naar een map.
-
Typ een naam voor de werkmap in het vak Bestandsnaam.
-
Klik op Opslaan.
-
-
Klik op Bestand en klik op Afdrukken of druk op Ctrl+P.
-
Bekijk de pagina's door te klikken op de knoppen Volgende pagina en Vorige pagina.
In het voorbeeldvenster ziet u de pagina's in zwart/wit of in kleur. Dit wordt bepaald door de printerinstellingen.
Als u niet tevreden bent met wat u ziet, kunt u de paginamarges wijzigen of pagina-einden toevoegen.
-
Klik op Afdrukken.
-
Kies op het tabblad Bestandde optie Opties en kies vervolgens de categorie Invoegtoepassingen .
-
Zorg ervoor dat onder in het dialoogvenster Opties voor Excel de optie Excel-invoegtoepassingen is geselecteerd in het vak Beheren en klik op Start.
-
Schakel in het dialoogvenster Invoegtoepassingen de selectievakjes in voor de invoegtoepassingen die u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.
Als het bericht wordt weergegeven dat deze invoegtoepassing niet kan worden uitgevoerd en u wordt gevraagd of u deze wilt installeren, klikt u op Ja om de invoegtoepassingen te installeren.
Zie Invoegtoepassingen toevoegen of verwijderen voor meer informatie over het gebruik van invoegtoepassingen.
Met Excel kunt u ingebouwde sjablonen toepassen, uw eigen aangepaste sjablonen toepassen en zoeken vanuit verschillende sjablonen op Office.com. Office.com biedt een breed scala aan populaire Excel-sjablonen, waaronder budgetten.
Zie Gratis, vooraf gebouwde sjablonen downloaden voor meer informatie over het zoeken en toepassen van sjablonen.